Zo vertelde mevrouw De Kam uit Kamperland die met haar man
ook bijna slachtoffer was geworden van de aandelenhandel
tijdens een bezoek aan Van Oosten te Yerseke:
"Het leek wel een toverland, met overal een aanstekelijk
optimisme. Niemand door zorgen gekweld, het liep alles op
wieltjes alsof alles vanzelf ging, de stroom van geld was
niet te stuiten. De geuren van alles wat lekker was kwam
men tegen op straat, overal een haar volstrekt onbekende
mildheid, onbekrompenheid en gulheid, die haar eenvoudig
verblindde. De hoorn des overvloeds scheen hier te zijn
uitgestort, de bevolking leek in voortdurende feeststem
ming. Wijn en andere dranken werden niet gespaard, maar in
overvloedige mate genoten. Geen wonder dat het aantal aan
deelhouders steeds weer steeg, het geld rammelde in de
zakken der afgevers."
Burgemeester Van Oeveren die altijd op klompen liep en geen
vlot spreker was, volgde met zijn raadsleden nog steeds een
eeuwenoude gewoonte om te vergaderen in de Parochieherberg
Aan deze gewoonte kwam plotseling een onverwacht einde. Op
een Tweede Kerstdag was zoals alle feestdagen deze herberg
overvol bezet. Het dansen en drinken maakte de aanwezigen
zeer verhit, vooral een zekere P.P. Op een gegeven moment
begon hij zich te ontdoen van zijn kleding. Hij danste voor
het oog van een talrijk publiek geheel naakt. Deze herberg
was dus tevens ingebruik als "gemeentehuis" en naar aanlei
ding van deze gebeurtenis vond het college van B. en W. dat
het gebouw deze naam niet meer waardig was. Het college
vergaderde daarop in een oud schoolgebouw. Daarop wist de
herbergier Joh. Lainper de gemeentebestuurders over te halen
om in zijn herberg te komen vergaderen, in de latere
Oesterbeurs. Zijn herberg kreeg officieel de aanduiding
Gemeentehuis. De heer P.P. kreeg 45 dagen gevangenisstraf.
Alles, hoe kan het ook anders, werd aangestoken door de
weelde. Nieuwe kerken werden gebouwd, nieuwe pastories ver
rezen, een enorm hoge toren werd gebouwd voor de hervormde
kerk, scheepswerven werden ter plaatse gevestigd onder meer
werf De Oosterschelde van de heren Mak en Co. in december
1885. Van de toren werd gezegd dat hij van geen kanten
paste bij de oude kerk, maar elke Yersekenaar was trots op
20