In april 1890 stichtte jhr. Pompe van Meerdervoort de
grootste oester-n.v. die ooit bestaan had. Nen wilde aan
een productie van 12 miljoen oesters per jaar komen. Het
kapitaal werd bepaald op f. 2.300.000,-. Twee Amsterdamse
huizen werden belast met de uitgifte van de aandelen. De
maatschappij kreeg de naam "v/h. De Meulemeester Co. Zij
keerde voor het eerst dividend uit in 1893. Wegens de
strenge winter van 1890/91 had ze een nadelig saldo opgelo
pen van ongeveer één miljoen gulden. Het bedrag werd in één
keer afgeschreven; in verband hiermee verminderde het kapi
taal tot f. 1.265.000,-. Ieder aandeel van f. 1000,- werd
tot f. 550,- teruggebracht, terwijl voor de afgeschreven
f.450,- een winstaandeel werd uitgereikt. Over 1892/93
waren de resultaten zeer bevredigend.
In 1905 kreeg onze beroemde, beruchte, geliefde oud
politieman een ontzettende slag te verwerken. Drie van zijn
zonen waren op zaterdag 13 mei uitgevaren met een vaartuig,
geladen met oesters en mosselen richting Zandkreek. Het
woei stevig, en het vaartuigje lag vrij diep. Ter hoogte
van Kattendijke scheen het door een stortzee overstelpt te
worden; de bemanning van een ander schip uit Yerseke zag
het bootje van de Kosters zinken. Terstond snelden ze toe
om hulp te bieden, maar ter plaatse gekomen was alles afge
lopen. Twee van de opvarenden waren getrouwd, en hadden
respectievelijk 2 en 3 kinderen. De ongelukkigen waren:
Johannis Jacobus Koster, Jan Steven Koster en Anthony
Marinus Koster.
In Urk zijn ter nagedachtenis aan de verdronken vissers uit
die plaats hun namen in stenen gebeiteld. Nu ik zo mijn
archief overzie, moet ik denken: "Wat zijn er te Yerseke
ontzettend veel mensen in de uitoefening van hun beroep
verdronken
10 september 1909 (Yerseksch Volksblad van 15 september
1909).
In de avond van vrijdag 10 september had de landbouwer H.
Poelman in de Wijngaardstraat zich ter ruste begeven. De
baas, vrouw en zoon sliepen beneden in de voorkamer, ter
wijl Jan Cornells Scheele, de knecht, en Lina Geense, de
dienstbode ieder in een hoek tegen de achtergevel van de
voorzolder in de eerste slaap waren verzonken. Omstreeks
33