EEN KRONIEK OVER 150 JAAR YERSEKE, door H.F. Waverijn. Inleiding Het dorp Yerseke behoort tot de oudste dorpen van de Beve- landen. Zonder problemen haalt het een ouderdom van méér dan 1.000 jaar. Na een middeleeuwse geschiedenis die gedo mineerd werd door het adellijke geslacht Van Yerseke raakte het dorp daarna ietwat in de versukkeling. Het leidde een sluimerend bestaan aan de oever van de Oosterschelde Het was de ontwikkeling van de commerciële oester- en mosselcultuur die Yerseke deed ontwaken. Dit vond plaats in de tweede helft van de vorige eeuw. In de hieronderstaande kroniek willen wij de deze geschiedenis nauwgezet volgen. Deze geschiedschrijving van Yerseke vangt aan in het begin van de 19de eeuw. Evenals in andere plaatsen bracht de Franse overheersing te Yerseke de nodige spanningen met zich mee. Een belangrijk persoon was in deze tijd Quirinus Dominicus, ambachtsheer en schout van Yerseke. Naast deze ambten was hij notaris; als zodanig werd hij op 4 september 1775 met steun van het stadsbestuur van Goes door de Staten van Zeeland tot nota ris benoemd. Kort daarop werd hij bevestigd door het Hof van Holland. Nog in hetzelfde jaar verplaatste hij zijn residentie van Goes naar Yerseke. Hij trouwde met Jacoba bewaart en overleed op 71-jarige leeftijd. Hij was de op één na laatste die in de kerk van Yerseke begraven werd. In de legers van Napoleon trof men in die tijd enkele Yersekenaren aan, die de veldtocht tegen Rusland meemaak ten. Een oude bekende voor Yerseke uit die tijd was Generaal-Majoor der infanterie Pieter Yzaak Knoll, een militair met een fraaie staat van dienst. Hoewel hij niet uit Yerseke afkomstig was droeg hij op latere leeftijd dit dorp een warm hart toe. Hij trad in dienst van de Republiek 1

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 1990 | | pagina 3