deukt werd. Het was de aktievoerders weer eens gelukt: de volgende dag stonden de kranten bol van dit nieuws, zelfs met grote foto's. Vanuit het gehele land kregen de demon stranten medewerking, deskundigen op allerlei terrein tra den naar voren, vanuit de politiek ging men zich intensief met het probleem bezighouden, en tenslotten geen afge sloten Oosterscheldemaar een pijlerdam. Hoe staat het tegenwoordig met Yerseke? Door de dijkverzwa ring langs de Molenpolderweg is veel van het oude verdwe nen. De daar staande oude oesterloodsen vormden een van de bezienswaardigste punten van Yerseke. Machtige mosselbe- drijven zijn ervoor in de plaats gekomen. De oester die eens Yerseke zijn vermaardheid gaf neemt nu slechts een bescheiden plaats in: slechts 5 van de handel in schelpdieren. De mossel, eens een volksvoedselbrent nu een grote welvaart. Niet alleen de handel in deze schelp dieren, maar ook de inleggerijendie gekookte mossels inmaken in allerlei smakelijke sauzen, zijn miljoenenonder nemingen geworden. Kokkels, zowel diepgevroren als in blik, brengen een flinke welvaart. Kreeften, alikruiken en krab gaan als speciale lekkernij naar de fijnste restauranten Vele miljoenen guldens worden besteed om tot de allerbeste kwaliteit te komen. De pioniers van Yerseke, ze gaan door, de oude geest is nog niet geweken. Iemand van buiten Yerseke zei: "Ja, de Yersekenaren? Ja, ze zijn toch anders!, toch nog steeds een apart volk!" Een zoon van een oude pionier, nu zelf al 65 jaar, drukte zijn gevoelens in het Nieuwsblad voor de Bevelanden van woensdag 16 september 1987 als volgt uit: "Mosselkweker, dat is het mooiste vak dat er bestaat. Ik zou niets anders willen, zou niets anders kunnen." Met deze woorden kunnen we besluiten, want de pioniersgeest die meer dan honderd jaar geleden opkwam is voorlopig van Yerseke nog niet verdwenen. 45

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 1990 | | pagina 47