In juli 1857 leek het, alsof er een oorlog was uitgebroken tussen de aannemers van het kanaal en de betrokken boeren. De boeren, die in het voorjaar hun onteigende land nog hadden ingezaaid, kwamen tot de ontdekking dat de aanne mers aan het oogsten geslagen waren. Op een gegeven moment waren aannemers en boeren gelijktijdig aan het oogsten, zodat een handgemeen ontstond. Op donderdag 16 juli 1857 rukten een 40-tal boeren uit de omgeving, zeker ook een aantal uit Yerseke, met hun arbeiders op naar Vlake. Ze waren met landbouwgereedschappen gewapend om hun recht te halen; een flinke kloppartij volgde. De directeur van de kanaalwerkenWhite, stuurde enige ploegen kanaalwerkers om zijn mannen te ontzetten. Voor dit grof geweld moesten de boeren wijken. Een 80-jarige man uit Goes bezag het allemaal hoofd schuddend en dichtte hierop: "Men wil ons land in tweeën scheiden, Van 'Middelburg naar Venlo rijden. Het Sloe en d'Oosterschelde digten, Eer dat dit tot stand gebracht; En t schijnt of God dat werk belacht, Want nauwelijks was kanaal besteed Eerst moest het wezen van Hanswest; Neen! zegt men nu, erlangs is t best, Het schijnt gelijk aan Babels toren Daar God verwart, is t al verloren." Zoals velen kon deze grijsaard niet geloven in de goede afloop van de kanaalwerkzaamheden. Pas na jaren van moei lijkheden kon in 1866 het kanaal voor scheepvaart openge steld worden. Terug naar Yerseke. In 1858 vond daar een ongelooflijk voorval plaats. Jan van Zweden de veerman stond op 25 augustus 1858 tegen de voorgevel van zijn huis geleund, kijkend naar een span paarden dat over de dijk reed. Opeens verschrok een paard, zodat beide paarden van de dijk tui melden. Eén paard kwam tegen de voorgevel aan, terwijl het andere paard (het is onbegrijpelijk) door het schuifraam in de voorkamer belandde. Hier was Van Zweden's dochter bezig 4

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 1990 | | pagina 6