wat zijn veranderd. Eigenaardig is, dat zelfs in de dorpen
op Zuid-Beveland, die niet zo heel ver van elkaar vandaan
liggen, weer heel andere versjes gezongen worden. Zo zingt
men ook wel:
"'k Heb zo lang mee de koenkelpot gelopen
'k Heb geen cent om een broodje te kopen
Alle bakkerij
Alle bakkerij
Geef m' een centje, dan ga 'k voorbij
'k Zat al in een schuitje
'k Gooi al met een kluitje
'k Riep al driemaal: "Pas, pas, pas!"
Morgenochtend is 't nieuwejaar
't Nieuwejaar is zoete.
't Verken ei vier voeten
Vier voeten en een staart.
't Is geen alleve cent meer waerd.
Een dubbeltje op een planke
'k Zal je er voor bedanke.
Geeft wat, houdt wat
't Volgend jaar alweer wat
'k Kwam er een tegen
Op Driewegen
Mee rood aer.
'k Wens je veel zegen
In t Nieuwejaer.
Vrouwtje doe de deur es open
Laet de speleman binnen komen.
Errebergier, errebergier
Geef me een centje dan ga 'k van hier."
Als ge naar de betekenis van enkele regels vraagt, moet ik
het antwoord schuldig blijven. Brengt bijvoorbeeld de
ontmoeting met iemand met een rode haardos misschien geluk
aan? En zou dat "gooien met een kluitje" niet erbij gekomen
zijn om een rijmwoord te hebben voor "schuitje"?
Dat dit oude gebruik zich tot nu toe gehandhaafd heeft, is
voor onze traditieloze tijd merkwaardig genoeg. Vooral voor
Zuid-Beveland. Een niet-Zeeuw heeft wellicht wel eens het
idee - vooral als hij Zeeland alleen maar van de kaart kent
als enkele groene vlekken met een paar plaatsen - dat hier
in deze afgelegen oorden veel bij het oude blijft. Dit is-
24