oude vorm is opgenomen in het verbouwde geheel. De
tuinaanleg heeft ook spoedig daarna zijn beslag gekregen.
De eerste die als tuinman wordt genoemd was Daniel Rijk,
die als knecht in het bevolkingsregister van de gemeente
Kapelle voorkomt. Deze was geboren te Kleverskerke op 22
december 1789, en overleed te Eversdijk op 9 april 1864. De
volgende tuinman was Izaak Midavaine. Deze werd te Kapelle
ingeschreven op 27 oktober 1869, en woonde in het door P.H.
Saaijmans Vader in het jaar 1850 gekochte hoefje achter het
kerkhof. De woning hiervan werd in tweeen verdeeld voor
knecht en/of arbeider, voor de hofstede. De bezittingen die
de hofstede betreffen ondergingen door ruiling en aankoop
enige veranderingen, die evenwel van weinig betekenis
wa ren.
De landbouw was vooral in de tweede helft van de vorige
eeuw zeker geen lonend bestaan, maar zal zeker niet de
doorslaggevende reden geweest zijn dat 30 maart 1894 het
kapitale herenhuis met boerderij en 62.34.61 ha. gronden in
32 percelen publiek werd verkocht. Op 26 april
daaraanvolgend vond de openbare verkoping van de kapitale
boereninspan met alles wat daartoe behoorde plaats.
Omdat in het hierna volgende de naam Johan Willem Vader
voorkomt, zijnde een broer van Pieter Hendrik Saaijmans
Vader, wordt alsnog vermeld dat deze laatste als enige van
de vijf kinderen van Abraham Vader en Catherina Margaretha
Saaijmans, bij de doop op 24 juli 1799 te Zierikzee, de
toevoeging Saaijmans meekreeg.
Pieter Hendrik Saaijmans Vader werd geboren te Zierikzee op
17 februari 1799, en overleed te Eversdijk op 19 maart
1891. Zijn graf bevindt zich nog steeds op het kerkhof
aldaar. Hij huwde voor de eerste keer met jonkvrouw Maria
Elisabeth Pompe van Meerdervoort, die te Eversdijk overleed
op 6 december 1842. Uit dit huwelijk werden te Goes
geboren:
1. Abraham Johan Petrus, 9 april 1830.
2. Johan Hendrik, 3 mei 1833, overleden 8 oktober 1842 te
Eversdijk.
3. Catharina Margaretha, 22 april 1837
Na het overlijden van zijn eerste vrouw huwde hij met
Gabrielle van Rijswijk, geboren te Oost-Indle op 19
36