gebouwen er nog prima onderhouden uit, maar daar zou later alleen het hoognodige onderhoud aan geschieden, en dan liefst zo goedkoop mogelijk. Met het bouwland ging dat wel wat anders. Dat werd beplant met appel-, pere- en pruimebomen. Die hadden toen een plantaf stand van 5x5 tot 6x6 meter. Daarbij kwam een onderbeplanting van kruisbessen, zwarte en rode bessen en zelfs zogenaamd wissebos, die nogal wat opbrachten. Dat bleek wel goed gezien. Geleidelijk konden omliggende gronden bijgekocht worden. De teelt werd nog wat uitgebreid met kersen en nieuwere soorten pruimen, alsmede aardbeiden, frambozen en bramen, en zo werd wat op niets was gekomen, weer economisch productief. Mijn moeder overleed te Eversdljk op 62jarige leeftijd op 1 juni 1938. Mijn vader overleed eveneens aldaar op 20 mei 1959 op een leeftijd van 95 jaar. Voor zijn overlijden had hij ongeveer 14 HA. verworven, dat verdeeld werd over 11 kinderen. Hierbij werd de oudste zoon Willem het perceel toebedeeld dat in 1902 was aangekocht. Deze bleef eigenaar en bewoner van de villa tot 1966. Nieuwe eigenaar werd M. Nederhof. Na het overlijden van deze bleef diens weduwe eigenaresse, die later hertrouwde met Jo Jansen en er thans nog woont. Kleinzonen van de schrijver beoefenen thans nog steeds de fruitteelt te Eversdljk, andere doen hetzelfde elders. Tot zover de geschiedenis van een hofstede en wat daarvan overbleef. Verantwoording: dit verhaal kon tot stand komen dankzij medewerking en hulp van onder andere: F.H. de Klerk en gemeentearchief Goes, P.A. Harthoorn te Engeland, onder meer voor de transcriptie van de overlopers, A.J. Witte, secretaris van de Genealogische Vereniging voor hulp en adviezen, en verder naast genoemd archief: archief van de voormalige Breede Watering Bewesten Yerseke, gemeentearchief Kapelle en Rijksarchief in Zeeland te Middelburg. 43

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 1990 | | pagina 43