tuchthuis te Middelburg dan wel gebannen en gedetineerd zijn geweest". Er stonden toen in de stad Kortgene (het was immers een middeleeuwse stad geweest) 85 huizen, waarvan er 7 waren geplunderd. Omstreeks die tijd telde de hervormde gemeente 563 leden. Kort na de Franse inval, in 1796, toen Nederland onder Fransgezind bestuur stond, kreeg de kerkeraad een brief van "de representanten van Zeeland", het toenmalige provinciale bestuur, waarin de kerkeraad werd te verstaan gegeven, dat: "voortaan geen commissarissen van magistraten of ambagtsheeren in de consistorie (zo heette toen de vergadering van de kerkeraad) 'zullen mogen compareeren en stem hebben om predikanten, kerkenraaden of voorzangers verkiezen." Het Collegium Qualifies turn was daarmee dus ontbonden. Toen het jaar daarop, in 1797, drie nieuwe kerkeraadsleden gekozen moesten worden, onstond er onenigheid omtrent de manier waarop men zou kiezen. De predikant en enige kerkeraadsleden wilden rechtstreeks kiezen uit de gemeente, maar twee andere kerkeraadsleden wilden, dat door de kerkeraad enkel een dubbeltal zou worden gekozen, waaruit de lidmaten (de mannelijke tenminste) de kerkeraadsleden Gedenksteen in de Hervormde kerk van Kortgene vanwege de herbouw van de kerk, 1754. Foto 1977, Gemeentearchief Goes. 5

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 1990 | | pagina 5