zouden kiezen. Het gevolg was, dat een ouderling en een
diaken uit de vergadering wegliepen. De overige
kerkeraadsleden kozen toen wel drie nieuwe kerkeraadsleden
maar deze bedankten alle drie. Er ontstond een heel
geharrewar. Tenslotte gaf de classis de kerkeraad het
advies om de drie aftredenden nog een jaar te laten zitten,
omdat dan intussen van hogerhand wel nieuwe richtlijnen
verschenen zouden zijn, maar dit weigerden ze.
Daarop werden door de overige kerkeraadsleden opnieuw drie
nieuwe kerkeraadsleden gekozen, die hun benoeming
aanvaardden en bevestigd werden. Na twee jaar, dus 1799,
moesten weer drie nieuwe kerkeraadsleden worden gekozen,
maar dan op de nieuwe manier (dus op voordracht van de
kerkeraad door de lidmaten). Eén lidmaat stelde toen voor
om een geheel nieuwe kerkeraad te kiezen, omdat er anders
een kerkeraad zou ontstaan, waarvan de leden op
verschillende manieren waren gekozen en er dan wellicht
twist zou kunnen ontstaan over de wettigheid van hun
verkiezing. Toen hij merkte dat hij zijn zin niet kreeg
ontstak hij: "in een hevige drift en veroorloovde zig in
zijne verregaande onstuimigheid verscheide ongemesureerde
uitvallen, zodat de vergadering er dermaten door getroffen
wierd, dat sommige leden verklaarden tans niet te willen
concurreeren tot het doen eener verkiezing, van hunne
plaatsen opstonden en weggingen, t welk van veele anderen
en eindelijk van allen gevolgd wierd." Na enige dagen kwam
de gemeente echter weer bijeen en, alhoewel dezelfde
lidmaat weer trachtte twist en tweedracht te zaaien, kreeg
hij ook nu geen enkele steun en ging de verkiezing gewoon
door. De gekozenen namen hun benoeming aan en werden
beves tigd
Overigens werd in 1807 onder de regering van koning
Lodewijk Napoleon het zogenaamde Collegium Qualificatum
weer hersteld, zonder dat blijkbaar enig kerkeraadslid of
lidmaat of ook het provinciaal bestuur protesteerde. Deze
manier van verkiezing van kerkeraadsleden, namelijk door
kerkeraad en gemeentebestuur, later kerkeraad en
ambachtsheer, heeft nog geduurd tot 1867. Toen kwam de tijd
van de kiescolleges.
Ook in 1807 werden de eerste gezangen ingevoerd en werd
voor het eerst kerkvisitatie gehouden. In 1809 werden voor
het eerst kinderen gevaccineerd met koepokstof. De
kerkeraad besloot om de kinderen van "de gealimenteerden"
(de armen) door de chirurgijn te laten inenten. Of de
6