1 november 1907 wordt besproken "het" voorstel des kerkenraads om gedurende de wintermaanden het kerkgebouw te verwarmen door twee stookmachlnes"De president-kerkvoogd heeft vele bezwaren, zoals: "ganschelijk onnoodig en onuitvoerbaar, het kerkorgel wordt bedorven of onbruikbaar, veel warmteverlies door het openstaan van de kerkdeuren en zo zullen de kosten tegenvallen, sommige predikanten zullen de stooklucht niet kunnen verdragen" en tenslotte: "voor 1 uur welke elke dienst duurt kan men zich behoorlijk kleeden en zich des noodig van voetstoven voorzien en de verwarming zou slechts den aandacht afleiden wegens gemak en slaapzucht" Uit de kerkvoogdij vergadering van 6 maart 1914 blijkt, dat er intussen toch een kachel In de kerk is geplaatst, maar dat de rookleiding niet voldoet. In 1927 blijkt uit een kerkvoogd!jvergadering dat er intussen electrisch licht in de kerk is. En in 1932 krijgen ook de vrouwelijke lidmaten stemrecht. Dit zijn dus enkele voorvallen uit de geschiedenis van de kerk in Kortgene. Ik denk, dat we dit alles moeten zien in de geest en het maatschappelijk gebeuren van de tijd, waarin dit alles plaatsvond. Er uit blijkt in elk geval, dat de gelovige uit die tijd in alle opzichten ook maar een mens was zoals u en ik. Uit de meer recente geschiedenis van onze kerk vertel ik u niet. Sommige oudere mensen zouden dit wellicht nog beter kunnen doen dan ik. Het kerkelijk zegel van de Hervormde kerk van Kortgene. Uit: archief Hervormde kerk Kortgene. 9

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 1990 | | pagina 9