Keren we terug naar het 1530. Tijdens de St. Felixvloed van 5 november op "St.
Felix quaede Saterdach" liep bijna het gehele eiland onder water. Twee jaar later, op
5 november 1532 was het helemaal raak. De stormvloed van die dag zorgde er voor,
dat het eiland drijvende werd. Janus Secundus (pseudoniem van Johannes Everaerts)
schreef hierover: Stallen en huizen spoelen weg, 't vee met de boeren. Herder en
schapen saam en moeders met hun kroost." Het eiland bleef drijvend tot 1598, het
jaar van de inpoldering van de Oud Noord-Bevelandpolder. Het heroveren van
Noord-Beveland op de zee was begonnen. En ook de herbewoning door de "Pioniers
aan de Oosterschelde", zoals dr. J.B.V. Weiten de eerste bewoners van het nieuwe
land heeft genoemd in zijn in 1986 uitgegeven boek. De pioniers kwamen onder
andere uit Zierikzee, Mattenburgh, Gelderland, Delft, Charlois bij Rotterdam, Belle
(Frans Vlaanderen), Strijen, Bassevelde (Vlaanderen), Goes, Kloetinge, Oud-Beijer-
land, Hulst, Oosterhout, Valkenisse, Groede, St. Gillis, Machelen bij Deize (dit was
Thomas de Looff), Mechelen, Beveren, Hoofwert, Gouda via Oud-Beijerland (dit was
Claasse de Regt; hij was Mennoniet), Calais, Champagne, Lipstad, Westfalen,
Wezel, Hannover, Keulen, Würtemberg, Colchester, Schotland, Ziirich, Mook, het
land van Gulick, Breda, Valkenswaard enzovoorts.
In de annalen wordt niet vermeld welke schedels en pioniers hadden, wat de kleur
van haren en ogen was; ook niet niet of zij klein van stuk waren. Daarom moet er
een vraagteken worden gezet bij de door dr. Geijl vermeende afkomst van de Kelten.
Tijdens de overwinning op de zee werd als vijfde van de 33 polders de Wissenkerke-
polder bedijkt in 1652. Het bedijkingsoctrooi werd verleend op 10 juni 1651. Op de
kaart van het bedijkingsproject van de polder van 1645 komt de Bogaert Creecke of
de Schare voor, later Bokkegat genoemd. De volksmond weet te vermelden dat er
eens een bok met de stroom kwam meedrijven; anderen weten te vertellen, dat men
daar vroeger "nacht aan nacht" een bok hoorde blaten.
De nieuwe polder werd direct van huizen voorzien. In 1653 wordt er een huis
verkocht "staende alhier bijnnen de dorpe van Wyssenkerckebinnen de volgende
grenzen: "oost 's heeren erve, zuid de straat naast het kerkhof, west het huis van Jan
Janss. Vlaenderman, noord de Bermstraat.Mijn veronderstelling is dat het huidige
Wissenkerke is gesticht op de plaats waar het eerste dorp lag voor de overstroming
van Noord-Beveland in 1352. De kerk van het eerste Wissenkerke werd verplaatst
naar de plaats waar de oude toren, als restant van de stormvloed van 1530, tot in de
achttiende eeuw heeft gestaan, in de huidige Torenpolder. Voor 1352 ontstond het
eerste dorp met de naam Wissekercke, na 1352 het tweede dorp met die naam en in
1652 het derde dorp. Tot op heden is de plaats waar het eerste dorp lag niet bekend.
Mijn visie is dat het derde dorp is gebouwd op de plaats waar het eerste dorp was
gelegen, zoals ik hiervoor schreef en wel om de volgende redenen. Ten eerste; er
was in 1653 nog geen kerk. Men ging ter kerke in Colijnsplaat. Wel was er al een
kerkhof. Ten tweede: in de in 1968 afgebroken kerk van de Hervormde Gemeente lag
een aantal grafzerken, onder andere van Jacob Symon Hugenszone van Heynkens-
zand, die in de dertiende eeuw overleed, van een priester, die in 1504 werd begraven
en van een pastoor, Comelis Kaenije, die in 1444 overleed. De zerken lagen daar dus