De grassoort waarop Clavieeps pupurea het meest voorkomt, is Lolium perenne (Engels raaigras). Het is overal te vinden: in weilanden, langs dijken en in wegber men, waar niet gemaaid wordt. Van Clavieeps purpureum zijn nu vondsten bekend op zeventien verschillende grassoorten in Zeeland. Clavieeps microcephala vond ik het meest op Phragmites australis (riet). Bijna overal waar riet groeit, kun je het vinden. Deze soort is veel kleiner dan C. purpurea. Het komt ook veel voor op Molinia Coerulea (pijpestrootje), maar dat groeit niet zoveel in Zeeland. Clavieeps nigricans werd alleen op Eleocharis palustris (waterbies) gevonden. Clavieeps wilsonii werd op Glvceria fluitens (mannagras) en op Glvceria plicata (geplooid vlotgras) gevonden. Het moederkoren behoort tot de ascomyceten (zakjeszwammen) en vormt draadvor mige sporen, circa honderd micrometer lang en één micrometer dik (1 micrometer is 1/1000 mm). In 1989 heb ik als geslaagd experiment vruchtlichamen gekweekt uit de sclerotia van Clavieeps purpurea uit Engels raaigras. Het is een heel gevaarlijke, giftige zwam, die in het verleden talloze slachtoffers geëist heeft. Naast alle andere ziekten die de middeleeuwers bedreigden, zoals cholera, pokken en pest, hadden ze ook nog de plaag van het Heilig Vuur" te verduren. Het moederkoren kwam namelijk veel voor in rogge, het voedsel van de middeleeuwse plattelanders. De zwam werd met het meel meegemalen. Als daar dan brood van gebakken werd, konden de gevolgen verschrikkelijk zijn. Complete gezinnen stierven; vaak traden pieken op met duizenden slachtoffers. Men schat het aantal doden in de periode 1000 tot 1500 op meer dan honderdduizend. In de streek A A B C aar met sclerotia sclerotium sclerotium met vruchtlichamen

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 1992 | | pagina 8