Zakenleven periode 1925-1940. door J. Boer. Inleiding. Door de archivaris, de heer Barth, werd mij verzocht voor de archiefdienst de vóóroorlogse jaren, periode 1925-1940 te belichten waar het het leven en werken in de handel er de middenstand betreft. Er is reeds veel geschreven over het boerenbedrijf, de boer, de knechten en arbeiders, doch hoe de handel in die tijd marcheerde, is voor het merendeel verborgen in de archieven van boekhoudbureaus, banken en notarissen. Ik voldoe gaarne aan de wens, maar merk op, dat de lezer, die in deze tijd geleefd heeft wellicht andere gezichtspunten heeft gehad, andere zaken heeft meegemaakt, die hij of zij aan de historie kan toevoegen. De handelaren. Het woord "Middenstander" is wellicht en te eng begrip. De handel werd bedreven o.a. door kooplieden, neringdoenden, grossiers, ambachtsbedrijven, marktlui, leurders, venters, huisvrouwen. Kortom er waren meer mensen bij betrokken dan men vaak denkt. De stad, de winkelstraten. Het was 28 november 1926, dat mijn vader, Jacob Boer, zijn zaak opende in een voormalig pand van de R.K. Handelsspaarbank "de Hanze." Uit katholiek oogpunt bekeken, ressorteerde Goes destijds onder het Bisdom Haarlem. De keuze was op Goes gevallen, omdat het niet alleen een centrum van Zuid-Beveland, maar in de toekomst wellicht een middelpunt van geheel Zeeland zou kunnen worden. Dit was in die tijd van ons verhaal nog toekomstmuziek. Om koopman te worden en te zijn, moet men wel enigszins over een vooruitziende blik beschikken. Hij meende dat de Ganzepoortstraat via de Ganzepoortbrug de entrée en levensader van de stad was. Er waren enkele andere toegangswegen, maar het publiek stroomde voornamelijk via de brug de stad in, waar het zich verdeelde over de twee voornaamste winkelstraten van die tijd te weten de Lange Kerkstraat en de Lange Vorst. Andere winkelstraten als Korte Kerkstraat, Adriaanstraat, Opril, Papegaaistraat, Magdalenastraat waren in dit opzicht secondair. De Markt nam een aparte plaats in met haar hotels als de Korenbeurs en Centraal. De aanwezige café's en enkele maatschappijen completeerden het geheel, terwijl het marktplein met de muziektent tijdens de marktdagen, de kermissen en andere festiviteiten een apart cachet aan de stad boden. De kaden gaven weer een ander soort gezelligheid. De scheepvaart speelde een voorname rol in de aan- en uitvoer van groot materiaal. Ook hier waren verschillende branches gevestigd. Ik herinner mij o.a. een wasmachinehandel, een drukkerij, een drogist, een graanhandel, een koperslager, een kruidenier en een schoenhandel. De opening en inrichting van het pand Ganzepoortstraat 24. Naast de openingsadvertentie van 27 november 1926 verschenen in de krant van die dag leuke annonces om te lezen. Iemand vraagt colporteurs zonder loon, maar tegen hoge provisie. Terwijl wij openen, sluit een bontzaak in Middelburg haar poorten. Opheffingsuitverkoop. Een bioscoop in Goes zal een Wild-Westfilm draaien en roept op om de ridders van de prairie te komen gadeslaan. Goese handelaren zullen op de laatste toondag een koe verkopen bij afname van 50 pond ad 50 cent per pond. Ik geef nu een ruwe schets van het pand, de inrichting ervan. U kunt zich dan een beeld vormen van veel winkels uit die tijd. Er was wel verschil in branches, maar in principe was de afwijking 6

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 1992 | | pagina 8