Gezicht op het dorp 's Gravenpolder, tekening toegeschreven aan
J. Gardenier Visscher, tweede helft 18e eeuw.
dat het reglement van orde voor de raadsvergaderingen aan de secretaris het
in orde maken en verzenden van de oproepingsbriefjes voorschreef. In dat
geval wilde hij daarvan bericht en droeg hij de secretaris op de zaak in orde
te maken.
Op 28 oktober 1853 was de raad in voltallige vergadering bijeen zonder de
nieuw benoemde burgemeester. In deze vergadering werd opnieuw gepoogd
een wethouder te kiezen. De poging van 24 oktober gelukte niet, omdat alle
leden bleven volharden in hun weigering. Op de nominatie voor wethouder
stond het nieuwe raadslid S. de Graag. Deze was eerst niet als raadslid
toegelaten, omdat hij geneesmiddelen leverde ten behoeve van het algemeen
armbestuur. Dokter de Graag kreeg 6 van de 7 stemmen, doch deze bedankte
eveneens voor de eer "uit hoofde hij slechts nog weinige oogenblikken als
raadslid heeft zitting genomen en de loop der zaken hem dientengevolge nog
vreemd is". Ook de overige leden waren nog niet genegen een benoeming te
accepteren.
Tot overmaat van ramp verklaarde wethouder Polderman, dat hij de betrek
king van wethouder en ambtenaar van de burgerlijke stand zou neer leggen
en verklaarde raadslid B. van der Mandere, dat hij zou ophouden ambtenaar
van de burgerlijke stand te zijn, zodra Pijke zijn betrekking als burgemeester
had aanvaard. Die aanvaarding zou tevens inhouden, dat Pijke wel tot
ambtenaar van de burgerlijke stand zou worden benoemd en derhalve alleen
tot die taak geroepen zou zijn.
13