Er is over haar een boekje geschreven door haar zoon en schoonzoon, respectievelijk J. Oranje en P. Staal, getiteld "Het godvruchtige leven en sterven eener beproefde christin", uitgever: J.J.H. Kremmer - 1878.Hoewel ik niet verwachtte dat dit boekje nog te vinden zou zijn, kwam het na intensief speurwerk toch boven water. Het werd terug gevonden bij de heer A. de Schipper, Dorpsstraat 21 te Heinkenszand. Het was dus in de familie gebleven. Het was in het najaar van 1970 dat ik de heer de Schipper op zocht om te vragen of ik het boekje ter inzage mocht hebben. Na enig zoeken op zolder vond hij het boekje, wilde er geen afstand van doen, maar ik mocht het wel inkijken. Het boekje besloeg 95 bladzijden. Ik bladerde het door, maar 't leek me vrij tijdrovend om er aantekeningen uit te maken, dus ik vroeg hem of ik het mocht kopiëren. Dhr. de Schipper vond dit een uitste kend idee, want, zei hij, in de zaak zit nog een klant in de zeep die gescho ren moet worden. Dhr. de Schipper schatte ik rond de 80 en hij praktiseerde toen nog als kapper. Ik vermoed, dat dat inzepen nogmaals moest gebeuren. Het boekje bevatte veel gegevens over de familie Oranje. Het vulde mijn genealogische gegevens aan van de familie van Noppen. Het aardige is dat naast het boek van dr. Dekker, hetwelk de geschiedenis vertelt van bepaalde kerkgroeperingen gedurende en na de afscheiding van 1834-1836, het boekje over Neeltje Oranje - van Noppen een inzicht geeft in de persoonlijke betrokkenheid van een aantal mensen op Zuid-Beveland in het kerkelijk gebeuren en de afstempeling hiervan op hun dagelijks leven. Uit het boekje blijkt, maar dit is ook te constateren uit het boek van Dekker dat de afgescheidenen dagelijks, van 's morgens vroeg tot 's avonds Iaat, beheerst werden en bezig waren met hun geloof. Een uitgebreide weergave van het boekje zou voor velen wat langdradig worden, maar een aantal passages leken me interessant en vermeldenswaard. Het boekje begint met een voorwoord van ds. de Pree, predikant te Goes. Het verhaal over Neeltje Oranje begint met een belangrijk genealogisch gegeven, ik citeer: In de tweede helft van de vorige eeuw (18e eeuw) leefde erin de Gemeente Heinkenszand een Godvruchtig Echtpaar: Leendert van Noppen en Maria Meulblok, gezegend met een zevental kinderen. Aan mijn lieve moeder, de vijfde der zeven kinderen, werd al vroeg een bittere beker ingeschonken. Zoo moet het immers genoemd worden, als aan een kind reeds op vierjarige leeftijd een Godvreezende vader wordt ontnomen. In zijne betrekking als graanhandelaar begaf zich de vrome huisvader in het begin van November 1793 naar Dordrecht, doch om nimmer weder te keeren, want des avonds naar het logement willende gaan, vond hij, door het schijnsel der maan misleid, op droevige wijze in een van Dordrechts grachten de dood. Volgens eene gedrukte, nog voor handen zijnde specificatie van onkosten, gevallen op het vervoer van zijn lijk, heeft de aangifte plaats gevonden te Dordrecht den 8 November 1793, en is zijn stoffelijk overschot te Heinkenszand begraven. 4

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 1993 | | pagina 6