Leven eii sterven in Wissenkerke (Noord-Beveland) 1853-1873 onder burgemeester J.H.L. Vader (1810-1892) door dr. P.J.A. van Voorst Vader. Voorwoord. Dit artikel vormt de neerslag van mijn onderzoek van burgemeester J.H.L. Vader, die van 29 april 1853 tot 15 februari 1873 burgemeester was van Wissenkerke. Alle gegevens - tenzij anders vermeld - zijn afkomstig uit de "Notulboeken" van de gemeenteraad en van B W en uit het Archief van den burgemeester van die jaren. Bronvermelding hieruit blijft kortheidshalve achterwege. Dit onderzoek vond plaats in het kader van het door de Stichting Regionale Geschiedbeoefening Zeeland geëntameerde project: onderzoek van de burgemeesters in Zeeland in de jaren 1850-1855. Projectleider A.P de Klerk. Wanneer oude spelling is gebruikt, is het woord geciteerd, ook als dit niet uitdrukkelijk is vermeld. Inleiding. Na 1848 brak één van die tijdperken aan dat alles anders moest. Onder eerste minister Thorbecke (1849-1853) kwamen o.a. de Kieswet, de Provinciewet en in 1851 de gemeentewet tot stand, "monumenten van wetgevende arbeid", aldus de encyclopedie van Winkler Prins. Artikel 285 van deze laatste wet luidt: "De burgemeesters worden door ons binnen twee jaren na de dagteekening dezer wet benoemd." Dit artikel is mogelijk de hoofdreden van het vervangen in 1853 van de pachter A. de Moor door de meer geschoolde J.H.L. Vader. De Moor verdween niet, hij bleef lid van de gemeenteraad tot 1862. Ten gevolge van de nieuwe wet waren er in de jaren 1852-'54 meer burgemeestersbenoemingen dan voorheen. Een opwekking uit de sluimering die vele gemeentebesturen eigen was, was zeker niet overbodig. De toestand in Wissenkerke toen Vader aantrad "doet ons - aldus zijn opvolger in 1873 - gedenken aan een toestand, alsof wij nog in den tijd der middeleeuwen verkeerden." Een uitspraak, die wij gezien het onderstaande slechts kunnen beamen. De gemeente Wissenkerke beslaat de westelijke helft van Noord-Beveland en omvat de dorpen Kamperland, Geersdijk en Wissenkerke zelf. In 1852 bedroeg het "zielental" 2581, in 1872: 3560. Voor 1872 vernemen wij ook het aantal inwoners van de dorpskern van Wissenkerke zelf: 1413. De uitgestrektheid is niet gering, 4400 ha.; de doorsnee ca. 8 km. Het aantal woonhuizen bedroeg in 1870: 485, d.w.z. 7 1/4 inwoner per huis. Het kindertal èn de (kinder)sterfte waren de hoogste in Nederland; in de periode 1851 tot 1855 bedroeg het geboortecijfer te Wissenkerke 49,6 promiel, tegen 33,7 promiel in Nederland. Het sterftecijfer in deze periode was te Wissenkerke 42,1 promiel tegen 24,9 voor heel Nederland. Pas aan het einde van de 19e eeuw was er een daling tot meer gebruikelijke waarden.(1) Wegen. Het eerste probleem dat Vader aanpakt, is: "Wie uwer herinnert zich den tijd niet dat de wegen in dit eiland, in deze gemeente gedurende eenen geruimen tijd van het jaar zich als het ware in eenen onbruikbaren staat bevonden", aldus zijn zoon en opvolger in 1873. Terstond na zijn aantreden in 1853 lanceert hij een reeds eerder voorbereid wegenplan. De wegen van het Kamperlandse veer naar Kamperland, vandaar naar Wissenkerke en

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 1993 | | pagina 21