schoollokalen buiten de schooluren beschikbaar kunnen worden gesteld. De raad besluit tot twee lagere scholen, één in Wissenkerke en één in Kamperland. Dat wil niet zeggen dat deze scholen niet bestonden - in 1853 werd een nieuw schoolgebouw in Kamperland aanbesteed - maar het geheel werd op nieuwe leest geschoeid, bemand en van een Reglement voorzien. Pas in 1871 wordt een school in Geersdijk gesticht. In Wissenkerke en Kamperland worden in 1861 en '68 ook Christelijke scholen opgericht. Daardoor daalt het aantal leerlingen op de openbare school van dit laatste dorp van 165 in november 1868 naar 85 in november '69. Om die reden schuiven Burgemeester en Wethouders de vervanging van de hulponderwijzer op de lange baan. De Christelijke school voelt zich verongelijkt; de ouders betalen via de belasting mee aan de openbare school en moeten ook nog - een deel van? - de kosten van hun eigen school betalen. Daarom dringt de voorzitter van het bestuur van deze school, het raadslid C. de Smit bij voortduring aan op het weer invoeren van schoolgeld op de openbare scholen, dat alleen in 1859 en '60 is geheven, daarna afgeschaft. De totale afwezigheid van kosten voor de ouders van de openbare scholen resulteert in oneerlijke concurrentie Hij vindt bovendien, dat de opbrengst van die weer in te voeren schoolgelden ten goede moet komen aan de Christelijke school, die op die manier hun ongewilde bijdrage aan de openbare scholen weer terug zou krijgen! Als dat niet kan wil hij subsidie van de gemeente voor de Christelijke school, waartoe de onderwijswet de mogelijkheid biedt. Maar de gemeente raad blijft die denkbeelden hardnekkig afwijzen tot het voorstel door de toename van voorstanders van het christelijk onderwijs in de raad ten slotte in 1873 wordt aangenomen met 6 tegen 4 stemmen. De burgemeester blijft tegen. Voor de Christelijke school is ook een probleem, dat zij geen ongevaccineerde kinderen mag toelaten. Zij vraagt vrijstelling van deze bepaling. Maar de ontheffing stuit op het eenparig advies van Heeren Genees kundigen die de inenting een goed middel achten ter voorkoming van "kinderziekte", zoals pokken in die tijd veelal werden genoemd en op het dwingend wettelijk voorschrift. Het gemeentebestuur wil kwaliteit! Behalve de verplichte negen vakken wil men ook onderricht van wiskunde en landbouwkunde en later ook van de franse taal. In 1871 wordt Lijn de Pagter slechts voor één jaar benoemd tot hulponderwijzer, tenzij hij in dat jaar de acte franse taal bemachtigt. En inderdaad wordt hij in 1872 vervangen door A.J. van Noppen, die deze acte en ook nog die voor wiskunde bezit. Een probleem is de afwezigheid van leerplicht. De gemeenteraad tracht dit elegant op te lossen door in het Reglement van het Armbestuur te bepalen dat diegenen van uitkering worden uitgesloten wier kinderen niet regelmatig het onderwijs èn het godsdienstonder wijs volgen. Toch wisselt het aantal leerlingen op de openbare school in Kamperland in 1868 van 103 in Januari tot slechts 63 in April. Waarom de gemeenteraad slechts na lange aarzeling besluit om toch maar een nieuwe hulponderwijzer te benoemen "omdat die vooral in de wintermaanden den hoofdonderwijzer zeer te stade zal komen." De wet staat immers pas toe een "kweekeling" aan te trekken als het aantal leerlingen meer dan 70 bedraagt en ook nog een "hulponderwijzer" bij een aantal leerlingen van meer dan 100. Die hulponderwijzer moet wel ongehuwd zijn! Goedkoper? Art. 19 van de schoolwet bepaalt: "Aan eiken onderwijzer wordt behalve vrije woning zoo mogelijk met een tuin een jaarwedde toegelegd Hoewel het artikel geen vrijstelling van deze bepaling geeft voor ongehuwde onderwijzers, zal de gemeente zich bij hen toch wel van deze verplich ting ontslagen hebben geacht. Rijksontvanger Van der Loeff en zijn vrouw (zwager en zuster van burgemeester Vader) richten met toestemming van Burgemeester en Wethouders in 1854 "eene bewaarschool op als eene bijzondere (lees Christelijke) school der eerste klasse in het gebouw dat in de nabijheid zijner woning (het nog bestaande pand Dorpsdijk 100) tegenover de Achterweg

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 1993 | | pagina 23