9 Heel Noord-Beveland één gemeente, door Dr. P.J.A. van Voorst Vader. Die samensmelting zal Nieuwjaar 1995 zijn beslag krijgen. Dat raakt nog steeds oude gevoeligheden. Het nieuwe gemeentehuis zal, naar men mij bericht, in Wissenkerke komen. Afschuwelijk, vindt menigeen in Kortgene. Deze oude stad geregeerd vanuit een plaats, die door de eeuwen heen van lagere rangorde gold, vanuit dat bekrompen dorp, dat een goede eeuw geleden zelfs de kermis verbood!! Kortom, Kortgene voelt zich verre superieur. Omgekeerd kon men in Wissenkerke niet begrijpen, waarom dat onaanzienlijk groepje huizen aan de zuidkust, merendeels bewoond door rode lieden, die doof zijn voor Gods woord, zo vaak is voorgetrokken voor Wissenkerke, met het eerste telegraafkantoor op het eiland, een schitterende jachthaven en zo meer. Terwijl zij, als het op betalen aankomt, een heel wat lagere bijdrage leveren, dan het volkrijke Wissenkerke. Althans, zo is het geweest. De gevoelens zijn de laatste eeuw zeker minder fel geworden, zij het nog niet verdwenen. Hoe velen weten dat dit plan tot vereniging al veel eerder is gemaakt, met name in 1800? Het is kostelijk om te lezen, dat de gevoelens in het jaar 1800 nauwelijks verschillen van die in 1994. Men kan dat lezen in de Notulen van het Gemeentebestuur van Cortgeen van de vergade ring gehouden den 29 December 1800. 9 Juni 1800 publiceert het Uitvoerend Bewind - zeg maar ministerie - van de Bataafsche Republiek een nieuwe gemeentelijke indeling van Nederland. En daarbij moet heel Noord-Beveland één gemeente worden met Wissenkerke tot "Hoofdplaats Zeetel des bestuurs.Dat is te gek! Kortgene staat op zijn kop! Een Request - zo lezen wij in de notulen - getekend door "88 Burgers en Ingezeetenen deezer stad wordt verzonden aan de Eerste Kamer van het Wetgeevend Lighaam des Bataafschen Volks. Hierin wordt voorgesteld Cortgeen te verheffen tot "Hoofdplaats en Zeetel des bestuurs" of anders het eiland te verdelen over twee gemeenten, dus juist zoals de toestand nu, in 1994, is. En dat was al een hele vereenvoudiging. Immers naast Cortgeen en Wissenkerke bestonden nog Cats - weliswaar bestuurlijk sterk verbonden met Cortgeen, maar toch zelfstandig - Colijnsplaat, 's-Gravenhoek en de heerlijkheid Campensnieuwland, de laatste twee bestuurlijk sterk verbonden met Wissenkerke. Wissenkerke kan dan wel volgens sommigen meer centraal liggen, maar niet minder waar is, dat dit dorp maar afgelegen in het noord-westen ligt en vèr van Colijnsplaat en Cats. Cortgeen is het ware centrum: ieder dorp op het eiland ligt daar ten hoogste één uur gaans vandaan. Geen andere plaats op het eiland kan dat Cortgeen nazeggen! Maar bovendien: Cortgeen is een STAD, en dus "zo lange en alsnog met zo veel voorregten begunstigd.Heeft die niet altijd in gemeenschappelijke zaken leiding gegeven aan de dorpen? En deze stad zou nu onder het gezag van een dorp worden gesteld? Onmogelijk! En kan men die belediging aandoen aan de enige plaats op het eiland waar de patriotten "de snoodste geweldadigheeden" hebben moeten lijden van plunderend Oranjegepeupel in 1787? In Cortgeen zijn tenslotte meer aanhangers te vinden van de nieuwe orde van zaken, dan in de hele rest van Noord-Beveland bij elkaar. En vormen die niet de room op de melk, of wel het zout der aarde? Blijkbaar heeft het protest geholpen. Wat betreft de gemeentelijke indeling blijft alles bij het oude. Het is niet de enige keer, dat het kleine Kortgene - 560 inwoners - zich bedreigd voelt door de grotere gemeente Wissenkerke - 1200 inwoners. (Zie voor deze getallen de notulen van de vergadering van het Gemeentebestuur van Cortgeen van 5

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 1994 | | pagina 11