16
Schepenen van Goes de Staten aan een grote hoeveelheid boter in te kopen. En in de
Raadsvergadering van 5 september werden de heren Canisius en Dominicus op hun
verzoek ontheven van de jachtpacht omdat "door de vele soldaten die op het eiland
aanwezig zijn en de vele schepelingen in de Zeeuwse stromen, de jacht volledig is
ingezakt.
Vrees voor een maritieme aanval.
De raad van Goes maakte zich veel zorgen over een mogelijke landing van de Franse
troepen op Zuid-Beveland. Op het bericht dat de Fransen tot Sas van Gent gekomen
waren en Philippine was ingenomen, werden er goed bewapende schepen naar het Gat van
Biervliet gezonden en werd er meer militie in Borssele gedetacheerd. Er werden ook
vuurbakens bij Borssele en de Zuid Kraayert geplaatst om in geval van nood seinen te
kunnen doorgeven naar Walcheren.
Na de inname van het fort Santberg en de linie in het Hulster Ambacht vroeg de Magi
straat van Goes om nog een aantal bewapende schepen (zonder die van Biervliet te
verzwakken!) om Zuid-Beveland bij Waarde en Kruiningen tegen een inval uit Hulst te
verdedigen. Van Colonel Canisius, die bij Hulst krijgsgevangene was gemaakt en via
Gent was gearriveerd, werd vernomen dat er bij Sas van Gent een opmerkelijke hoeveel
heid platboomde vaartuigen was aangekomen. De commanderende admiraal was al naar
Sas van Gent vertrokken en er werd alleen gewacht op enkele galeien die de schepen
zouden escorteren bij eventuele voorgenomen handelingen. Van dit bericht zou de Prins
van Oranje op de hoogte gesteld worden als hij toch in Goes was.
Na de val van Bergen op Zoom meldden vijandelijke deserteurs dat er in Bergen op Zoom
honderdvijftig schippers waren aangekomen. Hoewel er in Bergen op Zoom nog niet
genoeg schepen aanwezig waren voor een landing op Zuid-Beveland, konden deze
schippers heel goed gebruikt worden om de ondiepten van de vele schorren bij Krabben-
dijke te peilen. De gedeputeerde te velde, Van Haren, stuurde 12 december vanuit Breda
bericht, dat de komende Franse aanval gericht was op Zuid-Beveland.
Goes, als regionaal centrum voor ziekenverpleging.
Tengevolge van de oorlogshandelingen raakten veel militairen gewond en werden vele
ziek. In de Raad van 23 mei vroeg de Magistraat van Goes aan de Staten van Zeeland om
een ander ziekenhuis, omdat het huidige te klein was geworden. En op 24 mei ontving de
Raad bericht terug, dat Zijne Hoogheid het zeer zou waarderen, wanneer het Oude
Manhuis tot hospitaal zou worden ingericht. De Raad besloot daarom het Oude Manhuis
te kopen om er "alle vereiste gebruik" van te kunnen maken. De voorgestelde koopsom
aan de toenmalige eigenaren bedroeg 1500 Vis. of een lijfrente van 30 Vis. elk (dus
60 Vis. samen) De vijfde juni kregen de bewoners van het Oude Manhuis opdracht het
huis te verlaten, omdat de benodigdheden voor het hospitaal binnen enkele dagen
verwacht werden. De koop van het huis bleek toen nog niet helemaal rond te zijn. Er
werd op 5 juni ook besloten het huis aan de eigenaren te laten en de voldoening van het
gebruik er van aan de Staten over te laten. Het Oude Manhuis werd snel als hospitaal in
dienst genomen, want 29 juni beval de Raad van Goes, dat soldaten die in het hospitaal
kwamen te overlijden, begraven moesten worden op het Stoofweitje, waar de Mane Stove
stond. Op 26 augustus schreef de Raad van Goes aan de Staten van Zeeland, dat dit
hospitaal te klein was geworden om alle gewonden en zieken te verzorgen. Bovendien
werden er nog een groot aantal gewonden uit Lillo verwacht en verzocht de Raad van
Goes de Staten van Zeeland geen zieke militairen uit Bergen op Zoom te sturen. Dit
laatste wijst op een regionaal gebruik van het Oude Manhuis als militair hospitaal. De