13 direct de mensen gaan porren, de één ging naar die, de ander weer naar deze. Helaas zijn er toch nog twee oude mensen verdronken, een broer en zus Dronkers. Je zou je kunnen afvragen waarom we niet meer aandacht aan hen heb ben besteed, maar iedereen was zenuwachtig. Later bleek dat ze ons toch gehoord hadden. Toen wij namelijk de volgende dag gingen kijken, door het water heen, lag de zuster nog in de bedstede en haar broer lag aangekleed over haar heen gebogen en omdat hij al aangekleed was moeten ze ons toch hebben gehoord. Burgemeester De Goffau werd niet, zoals wel in andere verhalen wordt verteld omstreeks half vier gewekt, maar vroeger. Wij hebben zowel de burgemeester als Cyssouw, de polderopzichter opgebeld. Cyssouw was ook teruggegaan want die dacht: "Och, het is zeker nog anderhalf uur ik wacht nog maar." Zij zijn toen direct gekomen. Over wat er vervolgens gebeurde wil ik graag een reactie geven op het boek van Slager zoals hij het verhaal van Den Hartog heeft opgenomen; ik citeer: "Ook brandweercommandant H. den Hartog, die dan sinds kort als gemeente opzichter in Rilland woont, krijgt omstreeks 4 uur de burgemeester aan de lijn." Ze zijn toen met een bus naar Bath gekomen. "Toen we bijna in Bath waren kwam polderopzichter Cyssouw ons op de motor tegemoet." Dit stukje is onjuist want hij was er al. "We stopten en stapten uit. Hij was heel erg emotioneel en riep tegen de bur gemeester "Ik heb het wel gezegd" en "ik heb er voor gewaarschuwd." Toen wilde de burgemeester hebben dat de mensen in de bus stapten. "Daarom hebben wij gezegd, er gaat niemand met die bus mee want dat is levensgevaarlijk. Gelukkig heeft ook niemand het gedaan." We hebben zelfs de burgemeester, de opzichter en de mensen gewaarschuwd:"Ga niet meer terug met die bus want dat kan niet meer." Maar ze gingen terug en ze waren nog maar nauwelijks de weg af of toen kwam het water: de "grote doorbraak." Het water steeg steeds verder en ten tijde dat zij wilden vertrekken stond er al circa 30-40 cm water op die weg. "We besloten snel terug te keren maar op die smalle weg in het donker draaien terwijl het water al over de weg liep dat ging niet meer. We spraken af dat de burgemeester en ik aan weerskanten van de weg met een zaklan taarn zouden gaan lopen." Ze hebben inderdaad aan weerskanten gelopen. De bus moest terug want hij kon niet draaien en zodoende klopt het dat ze aan weers kanten met een zaklicht liepen om de bus te laten draaien. Na het draaien reed hij weg en ze waren nauwelijks hier, toen volgens Den Hartog het volgende plaats vond: "Toen ik daar zo aan de kant van de weg stond, terwijl het water snel steeg en de stroom me bijna omver gooide." Inmiddels kwam het water steeds feller door het gat dus konden ze zich praktisch niet meer houden schuin tegen de stroom. "Dat heb ik gedaan en zo wist ik het trapje te pakken te krijgen aan de achterkant van de bus." Ook dit klopt, want U moet nagaan: die bus reed terug, dus moest hij aanwijzin gen geven, omdat de chauffeur niet kon zien of hij op de weg zat. Vervolgens draaiden zij, waarna ze in het bochtje kwamen waar de bus volgens Den Hartog

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 1995 | | pagina 13