17
wat uitzoeken." In Kortgene ging het in een pot voor feestjes.
Ik heb toen gezegd dat die uitkering ook ten goede moest komen aan de arme
sloebers. Wanneer alles op 70% of 80% zou worden gezet, dan zou die er ook
van kunnen profiteren. Maar dat wilden ze niet en in Den Haag lieten ze de zaak
geheel vrij.
Ik ken één geval. Ik was ook voorzitter van de bond en ging rond voor contributie
en kwam onder andere bij twee arbeiders. Eén was lid van de bond en die was net
in november of oktober 25 jaar getrouwd geweest en had van de kinderen een
nieuw bankstel gehad. Het bankstel was in februari nog zo goed als nieuw. Ik zei
toen: als dat doorgaat dan maak ik er werk van, uiteindelijk hebben zij in plaats
van 25% nog 70% gekregen. De mensen wisten er in die tijd niets van en konden
dus ook niet verontwaardigd zijn. Nadien werd er wel over gepraat.
Kortgene beroofd van haar eretitel: "Stad."
door Dr. P.J.A. van Voorst Vader.
In de vergadering van het gemeentebestuur van Kortgene d.d. 30 September 1825
wordt een brief besproken van de Commissaris van het District Goes - J.H.
Verschoor van Nisse - d.d. 22 September (G.A. Kortgene No. 53). Deze deelt
mee een resolutie van Gedeputeerde Staten te moeten doorgeven d.d. 9
September, inhoudende, "dat uwe Gemeente niet behoort onder de zoodanige aan
de welke de benoeming van STAD is verleend." Op verzoek zendt Districts
Commissaris het extract uit het verbaal van Gedeputeerde Staten met de volledige
tekst van de resolutie toe. In zijn begeleidend schrijven van 4 October 1825 (G.A.
No. 53) merkt hij op "dat deszelfs oorsprong mijns inziens alleen genomen heeft
van de stukken ingezonden aan genoemde Heeren Staten nopens de alimentatie
kwestie van de daarbij vermelde Anna Maria Triest."
DE ZAAK ANNA MARIA (ook vaak als Margaretha vermeld) TRIEST.
Deze vrouw wordt als valide bedelares - INVALIDE bedelaars gaan naar het in
1823 geopende Provinciale Werkhuis te Veere - opgenomen in Ommerschans. De
rekening van dit instituut - ƒ35,00 later 25,00 per jaar - werd gepresenteerd aan
de gemeente Kortgene. Anna had zich namelijk bij de R.K. kerk te Goes laten
inschrijven als geboortig uit CORTGEEN. Kortgene protesteert. Men vindt negen
personen, oud genoeg om de geboorte van Anna te hebben meegemaakt. Zij ver
klaren eenparig, dat een familie Triest er nooit heeft gewoond of bekend is
geworden. En een R.K. gezin, nog wel met een bevalling zou in het volledig
Hervormde Kortgene zeker zijn opgevallen.
Maar Gedeputeerde Staten gaan af op documenten. Een kerkelijk register is een
document; individuele verklaringen, hoe eenparig ook, niet. Het gemeentebestuur