7
daarbij in ogenschouw nemen wat Smallegange in zijn kroniek op blz. 715/716
over 's-Gravenpolder schreef, n.l. "daer men een seer schoone Visscherij heeft
van overvloedig veel Carper, Baers en vette Paling, waer uit de Stad vander Goes
en het Land volkomen haer lust en vergenoegen konnen halen" dan zullen de
genuttigde palingen zeker dikker dan de pink zijn geweest.
In het artikel nam ik ondermeer de navolgende alinea op:
"Of men omstreeks 1656 ook al aan het samenstellen van rebussen deed, weet ik
niet, maar er komt in die tijd onderaan de bladzijde wel en merkwaardige regel
voor, die als volgt omschreven is:
"lek ter om de te kennen". Of dit laatste figuurtje een trapleer is
en de regel daardoor eindigt met "te leren kennen" acht ik een mogelijkheid, maar
de rest zegt mij niets. Voor de puzzelaars lijkt het me een leuke opgaaf en ik blijf
benieuwd naar de oplossing."
Boven alle verwachting ontving ik een brief dd. 25 november 1.1. van de heer dr.
P.J. Verkruijsse te Nieuwkoop, die daarin onder meer het navolgende schreef:
"Op p.53 geeft u een rebus weer (een grapje waaraan veel meer rederijkers zich
overgaven) waarvoor ik wellicht een deel van een oplossing kan suggereren. Het
eerste tekeningetje zou een kant kunnen verbeelden; de andere twee worden vaak
gebruikt als symbool voor "aarde" en het derde had u zelf al opgelost.
De zin zou dan kunnen luiden Ik cam kwam) ter aarden ont de aarde te leren
kennen."
Uiteraard was ik zeer ingenomen met deze snelle en alleszins aanvaardbare sug
gestie. Leuk zo'n reactie.
In de compartitieboeken van de kamer werden allerlei aantekeningen gemaakt.
Degene, die deze boeken echter bijhield, trachtte ook wel eens zijn dichtkunst
daarin tot uitdrukking te laten komen. Zo troffen we in de daarbij vermelde jaren
de volgende rijmpjes aan, die altijd niet in de juiste spelling werden geschreven.
1622.
pijeter Janse gijssen
dije wel doet is waerdich om prijssen.
1625.
Bemint de penne ende hout se in
eeren want daer menighe door
trimperen want hadden sommighe
de penne wel bemint sij waeren
behouwen bouwen wint.
Bij mij Geert Jobsen kelleman.
1636.
Wie can weeten Godt sal weten
als den mense naer sinen winsten