14
telkens voor vijf jaren verlengd. Direct al werd koninklijke goedkeuring
aangevraagd, zodat de vereniging als rechtspersoon zou worden erkend. Bij KB van
9 maart 1931 kreeg de vereniging Museum voor Zuid- en Noord-Beveland deze
rechtspersoonlijkheid.
Het eerste bestuur bestond uit de leden van genoemd comité:
Joh. Pilaar, oud-notaris, voorzitter
J.M. van Bommel van Vloten, rentmeester, penningmeester
T. van Heel, bankier, secretaris
L.H. van Berk, directeur Keuringsdienst van Waren, conservator
Voorts de heren Van Dissel, notaris; Stieger, advokaat; Van Melle, wethouder; Van
Ballegoijen de Jong, gemeentesecretaris; Overhoff, onderwijzer en lid Provinciale
Staten; De Kruyter, gemeente-archivaris en Rothuizen, directeur gemeentewerken.
Zij hadden zitting voor zes jaar.
Het Gotische huis in zijn huidige gedaante.
Op 4 februari 1930 besloten burgemeester en wethouders van Goes om de vier
schuttersstukken uit het Stadhuis over te laten brengen naar het Gotisch Huis. In
april volgden andere voorwerpen uit de Oudheidkamer. Op 7 oktober werd het
Gotische Huis officieel als museum in gebruik genomen.