14 gulden gemoeid. Dit was in 1995. Honderdvijftig jaar geleden werden de schorren verkocht voor honderddertienduizend gulden Als u zich deze zomer een keer van Goes naar Wolphaartsdijk begeeft, ga dan eens niet over of langs de dijk uit 1809. Een kleine omweg dwars door de jubilerende DE PERPONCHERPOLDER is echt de moeite waard. 's-Heer Hendrikskinderen werd op 2 oktober 1857 als zelfstandige gemeente opgeheven en samen gevoegd met 's-Heer Arendskerke. De restauratie van de wassen beelden in het museum te Goes door A.P. Buijs. De klederdrachtenopstelling in het museum voor Zuid- en Noord-Beveland is veranderd. Op vrijdagmiddag 24 mei 1996 vond de "onthulling" plaats. De beide kamers en het winkeltje hebben plaats gemaakt voor drie geheel nieuwe opstellingen, gebaseerd op één thema. Drie vrijwilligers, mevrouw Bakx en de heren Fraanje en Van Rijn hebben hier vakwerk verricht, waarvoor zij alle lof verdienen. Susan Bakx vertelt over de restauratie van de costuumpoppen het volgende: "De beelden zijn in 1913 te Berlijn bij de firma Willy Weber gemaakt voor een tentoonstelling over de Zeeuwse klederdrachten te Middelburg. Ze zijn naar levende modellen geboetseerd. Er zijn dan ook geen twee koppen eender. Ze zijn op wonderbaarlijke wijze in ons museum terecht gekomen. In het begin van de jaren zeventig werden Peter Fraanje en wijlen mevrouw Sturm- Nooteboom getipt, dat de afgedankte poppen in de vuilniscontainer werden gemikt, ongelooflijk, maar waar! Deze twee zijn er als de weerlicht heengesneld en hebben de beelden uit het vuilnis gevist. Enkele waren zwaar beschadigd. Zo kwamen de poppen in Goes terecht en al gauw kon men ze in Zeeuwse dracht bewonderen. In de jaren 1985/1986 heeft Peter Fraanje de vorige opstelling gemaakt; die heeft dus ruim tien jaar in het museum gestaan. Vorig najaar vond men dat het wel eens tijd werd voor een nieuwe opstelling. Zo komt het, dat we de beelden eens heel kritisch zijn gaan bekijken. We kwamen tot de conclusie, dat schoonmaak en restauratie van de hoofden, armen en handen (voor zover die nog aanwezig waren) wel hard nodig was. Dat was gemakkelijker gezegd dan gedaan. Immers, wie heeft daar verstand van? In het museum niemand. De Berlijnse firma Weber bestaat niet meer. Toch hoefden we niet lang na te denken om een adres te vinden waar we misschien inlichtingen zouden kunnen krijgen: het museum Madame Tussaud in Amsterdam. Twee vragen waren van belang: is restauratie mogelijk en wat zal dat gaan kosten? Museum Mme Tussaud nodigde ons na onze aanvraag uit om eens langs te komen met wat voorbeelden om een indruk te krijgen hoe de beelden ervoor stonden. Op een dag togen Peter en ik naar de grote stad met in Peters blauwe boodschappentas een los hoofd en een paar incomplete handen. We werden

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 1996 | | pagina 14