15 ontvangen door Joke Been, die werkzaam is in het schilder- en pruikenatelier. Zo keken we achter de schermen bij madame Tussaud. Een buitenkansje! De meegebrachte onderdelen zorgden voor verbaasde, maar ook voor bewonderende blikken. We waren eerst alleen met Joke Been in gesprek, maar het ging blijkbaar als een lopend vuurtje door het gebouw, dat er twee Zeeuwen in het atelier waren met antieke wassen onderdelen. Steeds meer mensen kwamen poolshoogte nemen en weldra stond het kleine atelier vol belangstellenden. Het bleek, dat men geen restauraties voor derden uitvoerde. Het atelier is alleen bestemd voor eigen werk. Het kwam er dus op neer, dat we de restauratie zelf zouden moeten doen. Wij - niet te flauw - lieten ons eens goed uitleggen hoe dat wel in zijn werk ging. Op mijn verzoek stelde Joke Been een lijst samen van de te gebruiken materialen. Aldus toegerust konden we aan de slag. Voor we vertrokken informeerde Peter nog naar de geschatte waarde van de wassen kop. Die kwam neer op fl. 5000,—. We vervoerden de boodschappen nog voorzichtiger dan op de heenreis. Zo keerden we terug in Goes, een beetje wijzer en met een hoop werk voor de boeg. De restautie De oude doopscène hebben we het eerst afgebroken. De poppen werden gedemonteerd en alle kledingstukken, met uitzondering van mutsen en schorten, gingen naar de stomerij. De nu weer tentoongestelde mutsen zijn gewassen, gesteven en opgemaakt door Peter. Een tijdrovend karwei, dat heel wat vakkennis vereist. Er zijn nog maar weinig mensen die dat nog kunnen. Wat de restauratie van de hoofden betreft, in totaal heb ik er twaalf volledig gerestaureerd in mijn eigen atelier thuis. Daar had ik de ruimte en de benodigdheden. Bovendien komen daar geen onbevoegden, zodat ik niet bang hoefde te zijn, dat iemand "d'r aan kwam." Alle gebruikte materialen komen uit de kunstschilderswinkel. Zelf ben ik amateur schilder/tekenaar en daardoor waren de materialen mij vertrouwd. De verf is op oliebasis. Na een wasbeurt met een zeepsopje verwijderde ik de wimpers, als die al niet waren vergaan. De eerste flinterdunne waslaag werd vervolgens zacht gemaakt met een tissue waarop wat terpetine was aangebracht. Het hardnekkigste vuil verdween hiermee. Oneffenheden werden met het allerfijnste schuurpapier weggewerkt. Al tamponerende bracht ik de huidskleur weer aan. Tamponeren is deppende bewegingen maken met een ronde, afgeplatte kwast. De huidskleur had ik van tevoren zelf aangemengd. Met een glaceertechniek heb ik daarna alle hoofden weer beschilderd. De volledige droging van de verf duurde wel een dag een drie. Na het drogen werden wimpers aangebracht; nieuw gekocht in de feestartikelenwinkel. De haren van de mannen werden nog wat in model geföhnd en zo kunnen ze er weer jaren tegen. Een drietal hoofden was zwaar beschadigd. Bij één waren een neusvleugel en een groot deel van de hals verdwenen. Een tweede hoofd was volledig gecraqueleerd, dat wil zeggen: het zat vol kleine scheurtjes, waarschijnlijk ontstaan door het gooien in de container. Het hoofd van het jongetje dat nu bij de fotograaf staat,

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 1996 | | pagina 15