16
was doortrokken met roet, maar dat is met meerdere verflagen onzichtbaar
gemaakt.
Het hoofd waaraan stukken ontbraken, hebben we met was gerepareerd. We
verwarmden was, zodat het kneedbaar werd en lasten het met hitte aan de randen
van de gaten, een heel moeilijk en tijdrovend karwei. Ik geloof, dat niemand, die
de hoofden voor het eerst ziet, nu de gerepareerde plaatsen kan aanwijzen.
Daarom verklap ik niets. Het gecraqueleerde hoofd heb ik met gewone
restauratietechniek weer goed gekregen. Alleen ben ik bang dat het bij stoten in
duizend stukjes uiteen zal vallen. Maar ach, het staat nu veilig achter glas!
De restauratie van de handen heeft Peter voor zijn rekening genomen. Om te
beginnen was bijna geen enkele hand compleet wat het aantal vingers betreft. Zo
goed en zo kwaad als het ging, heeft hij van onderdelen weer complete handen
gemaakt. Daarna heb ik ze in huidkleur beschilderd, zodat alles er weer
aanvaardbaar uitziet. Als ik de opstelling in zijn geheel bekijk, ben ik trots
daaraan te hebben meegewerkt. Alles kan nu weer voor lange tijd bewaard
blijven. We hopen natuurlijk op heel veel museumbezoekers, want voor hen
hebben we eigenlijk al dat werk gedaan.