5 Wemeldinge Het gebeurde in één van de Zuidbevelandse dorpen, in de jaren vóór de oorlog. Op een dag kwam de schoolopziener de dorpsschool bezoeken. Tegenwoordig heet deze functionaris: "Inspecteur." Een schoolopziener achtte het zijn taak om de kennis van de leerlingen en daardoor de kwaliteit van het onderwijs te beoordelen. Voor wat de kennis van aardrijkskunde betreft, werd de blinde kaart van Zuid-Beveland opgehangen. De schoolopziener pakte de aanwijsstok, wees Krabbendijke aan en vroeg een leerling, welke plaats dit was. De leerling pijnigde zijn hersens, maar het antwoord kwam niet. Ook voor zijn eigen eer wilde de meester, die schuin achter de opziener stond, de leerling helpen. Hij deed dat door hevig in zijn hoofdhaar te krabben. De leerling meende hem te begrijpen. Zijn gezicht klaarde op en ferm kwam het antwoord: "Wemeldinge." Kokje en de "klerk" C. de Ruiter was in de dertiger jaren in functie getreden als ontvanger/eerste ambtenaar ter secretarie van Kloetinge. Na zijn huwelijk vestigde hij zich in één van de nieuw gebouwde woningen aan de toenmalige Achterweg, later Brederodestraat geheten. Op zekere dag zou de familie de Ruiter, zoals was afgesproken, bezoek krijgen. Dit bezoek wist wel ongeveer, waar ze moesten zijn, maar aangekomen in de Achterweg bleek het toch nodig om te informeren, wat nu het goede huis was. Gelukkig liep daar een oud mannetje rond met een stokje. Aan hem werd gevraagd, waar de familie de Ruiter woonde. Het mannetje, wiens naam Kok luidde, woonde in het armhuis, dat in dezelfde straat stond. Door zijn geringe lengte werd hij "Kokje" genoemd. Hij scharrelde graag op straat en achtte zich plaatselijk goed op de hoogte. Zijn antwoord luidde, tot verbazing van de vragenstellers: "Hier woont geen De Ruiter." Om te tonen, hoe goed hij geïnformeerd was, somde hij de bewoners op, daarbij de woningen met de stok aanwijzende. Inderdaad kwam de naam de Ruiter niet voor. Wel viel de naam "de Klerk." Een impasse dus. Hoe zat dat nu. Tot de zaak werd opgelost, doordat de heer de Ruiter in de deuropening van zijn woning verscheen. Kokje pakte zijn stok, wees ermee op de Ruiter en zei: "Daar heb je de klerk." Iemand die op het gemeentehuis werkte was volgens Kokje een klerk. De naam was niet van belang. Overigens, aangezien het niet mogelijk is om in de spreektaal hoofd en kleine letters te onderscheiden, ontstond dit misverstand. De "oude" timmerman Het was oudejaarsdag. Zoals ook elders de gewoonte was, bezorgden de ambachtslieden die dag hun rekening over het gehele jaar bij hun klanten. Zo kreeg een inwoner van Kloetinge, die nog veel te vertimmeren had, ook zijn nota, die door hem met belangstelling werd bestudeerd. Dit had tot gevolg, dat hij de betreffende ambachtsman liet uitnodigen voor een nadere toelichting op zijn nota. De timmerman, laten we hem "Hamer" noemen, gaf kort daarop aan de uitnodiging gehoor. In het huis van genoemde heer binnengelaten, kreeg hij de vraag: "Zeg Hamer, hoe oud ben jij eigenlijk?" De timmerman vond dit wel een

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 1996 | | pagina 5