3
Na de coupure in de dijk van de Strijenhampolder nemen we een kijkje op de dijk
bij het buurtschap Strijenham. We genieten van een prachtige blik over het
Oostelijk deel van het Oosterscheldebekken. In de Oosterschelde bespeuren we
de trechtervormige afzettingen van de weren-visserij op anjovis. onder aan de
dijk spiegelen zich de onevenwichtige sociale verhoudingen van het verleden nog
duidelijk af in de eenvoudige opzet van de arbeiderswoningen op een laag
gelegen karreveld. Tegenwoordig zijn ze vooral in gebruik als tweede woning
voor Oosterschelde minnende zuiderburen. Volgende stop is de monumentale
Kettinghoeve die ooit aan de familie Vermuijden toebehoorde. Ook de in
Engeland bekend geworden "inpolderaar" Cornelis Vermuijden komt hier
vandaan.
Voor de welverdiende stop in Tholen passeren we nog het gehucht Schakerloo,
tegenwoordig Het Oudeland geheten. Ook hier, net als we al eerder bij Westkerke
hadden gezien, stond de kerk op een afzonderlijke werf buiten het dorp; het dorp
op de ene hoogte, de kerk op een andere ernaast. Het zijn bijna "lost villages",
zoals we er op Zuid-Beveland ook een aantal vinden, we bemerken dan ook
gaande onze fietstocht de nodige overeekomsten met de Bevelandse historische-
geografie.
Vlak voor Tholen hebben we nog de "moderne" Art Nouveau boederij gezien,
gebouwd in een tijd dat Art nouveau als hypermodern gold. En dat voor een
boerderij op Tholen!
In Tholen aangekomen krijgen we nog de nodige interessante historische
informatie, voordat wij ons tegoed doen aan een keurig verzorgde broodmaaltijd.
Een eenvoudige, doch voedzame maaltijd, mogen wij wel zeggen.
Het tweede deel van de dag moet meer afstand afgelegd worden. Polders, de
dorpen Poortvliet, Scherpenisse en Sint-Maartensdijk, oude havens die na de
ramp ingepolderd zijn, structuren in het landschap, oude stadhuisjes, wat is
zeeland toch mooi denk je dan. Waar anders heb je zo duidelijk zicht op de
ontstaansgeschiedenis van het land, op de invloed van de zee, op de invloed van
de mens? Zeker als je een tijdje uit Zeeland weg bent valt dat eens te meer op.
Natuurlijk waren we ons dat niet zo bewust geweest als Ad Beenhakker ons er
niet zo voortreffelijk mee geconfronteerd had. Ook het mooie weer deed er nog
een schepje bovenop. Rest ons nog te vermelden dat slechts een deelnemer
getroffen werd door een lekke band. Dat gebeurde echter op honderd meter voor
aankomst bij de steiger van Gorishoek. Bij aankomst in Yersekc kon hij zijn fiets
in de wagen laden. Zodoende ga ik er van uit dat alle deelnemers goede
herinneringen bewaren aan de buiten-Bevelandse reis van 7 september 1996.
Jaap Langedjk