10
22en Februarij dezes jaars, hadden geincureert het ongenoegen en indigatie van
hunne Edele Mogende flatteeren wij ons door de ten dezen gepresteerde vol
doening, de gemelde voor ons zoo onaangename gevoelens te hebben uitge-
wischt, en geprevenieert de facheuse gevolgen, welke daar uit zouden hebben
kunnen resulteren, en profiteeren, met blijdschap van deze gelegenheid om
UEdele Mogende te verseekeren, dat wij nog bij deeze, nog bij eenige andere
occasien immer een oogmerk hebben gehad om te manqueren aan de onderda
nigheid en gehoorsaamheid, welke wij met allen eerbied erkennen, aan hunne
Edel mogende als de Hooge overigheid, schuldig te weezen, speciaal in een point
van hoogstderzelver directe delegatie, en mitsdien dat ingevalle wij bevorens
mogten hebben gescheenen in de verpligting eenigsints te kort te zijn gekomen,
hetzelve eeniglijk aan een gebrek aan attentie op het distingueeren onzer relatien
zoude moeten worden geadscribeert, maar in geenen deele aan eenig desadveu
loochening) of moedwillige verwaarloozing van onze verplichting en onder
danigheid aan en onder hoogsge melde onze Overigheid, waarvan wij UEdel
mog: bidden zig te willen gepersuardeert houden, hopende bij vervolg te toonen,
dat het ons nog aan oplettenheid nog aan goeden wil zal haperen, om hun Edel
mogende (den nood zulks vorderende) de Levendigste blijken te geeven, dat wij
in het acquit der plichten voor niemand der In- of opgezeetenen van dezen Lande
begeeren te wijken".
Een negentiende eeuws sfeerbeeld van Kortgene
(foto: Gemeentearchief Goes)