11
Pas in 1782 kreeg Pieter bezoek van zijn Alkmaarse superieuren: (2)
Het gezelschap bestaat uit de beide administrateurs: Rutger Paludanus en Hendrik
van Vladeracken met W.A. van Nassau van Woudenberg zelf, een Van
Wassenaar, verre familie van Foreest, en Ivangh, de schout van Bergen. Het
verslag van het Zeeuwse deel van deze reis - die in totaal duurde van 11-27
Augustus - mag ik U niet onthouden. De reis ging per jacht - ondanks de 4e
Engelse oorlog - en werd vertraagd door harde tegenwind en een gevecht "met
enige Fransen, die afgeslagen werden".
In gemoderniseerde spelling overgezet, lezen wij:
Zaterdag 18 Augustus (1782). Tussen acht en negen uur aan de kade te Kortgene
gekomen, saluerende die stad met 5 schoten, komende toen aan boord om ons te
verwelkomen de baljuw D. Amijs en de secretaris P. Vader, welke beiden die
middag bij ons op het jacht hebben gegeten. Na de middag met de Heer van
Wassenaar op de jacht geweest, doch niets geschoten, maar verscheiden hazen en
patrijzen gezien.
Zondag 19 Augustus, 's Morgens wind en weer als voren.
's Middags bij Ds. Velkamp te Kortgene te kerk geweest, 's Avonds bij den
secretaris Vader op een pijpje geweest welke toen bij ons op het jacht heeft ge
soupeerd.
Maandag 20 Augustus, 's Morgens wind en weer als voren. Om half tien rijden
gegaan om de boerenplaatsen toebehorende de boedel van Bergen te gaan bezien,
zijnde om twee uur weder aan het jacht gekomen. Na de middag met de Heer van
Wassenaar op de jacht geweest en door mij twee hazen geschoten. De oude
heren met den dominé bij de heer Amijs op een pijpje geweest en 's avonds
secretaris bij ons gegeten.
Dinsdag 22 Augustus, 's Morgens westelijke wind. Bij de goede vrienden in
Kortgene afscheid wezen nemen en om half twaalf de haven verlaten en onder
zeil gegaan, begroetende de rede van Kortgene weder met 5 schoten.
Ook in 1786 kreeg Pieter Alkmaars bezoek. (2) Het gezelschap bestond dit keer
uit de administrateurs Paludanus en Gerard van Vladeracken, die zijn overleden
vader was opgevolgd, dit maal met echtgenotes, Ivangh met zijn vrouw Meynsje,
een heer en mevrouw van Buren - niet duidelijk wie dat waren - en Mr. H. Rijser,
secretaris van Alkmaar - die in 1779 voor de benoeming tot administrateur had
bedankt en w.s. alleen een vacantiereisje wou hebben en tenslotte W. van Nassau
Woudenberg, die wederom een jacht had weten te organiseren. Na een bezoek
aan Middelharnis, dat ook aan de boedel hoorde werd Kortgene bereikt op 9
Augustus:
"voor Kortgene gekomen zijnde salueerden wij die plaats met het geschut en
nadat wij zekeren baljuw wegens verregaande toegevensheid aan sprakeloze
vreugdebedrijven bij gelegenheid dat Zijne Hoogheid daar voorbij gepasseerd
was door eenig volk gepleegd, ernstig hadden horen onderhouden, gingen wij
met de sloep aan de wal. Men deed daar een wandeling, bezag de kerk en een