12
boerenwoning en, nadat de zaken van de heren Paludanus en Van Vladeracken
afgedaan waren, lichtten wij na de middag te twee uur het anker en zeilden met
westelijke wind naar Vlissingen".
In Middelburg werden vrienden en kennissen bezocht en bezienswaardigheden
als het depot van de V.O.C., het kabinet van het Genootschap der Weten
schappen, en er volgde een excursie naar de Westkapelse zeedijk.
Uitvoeriger moeten wij stilstaan bij de gebeurtenissen in 1787.
De tegenstellingen tussen de Oranjepartijen de Patriotten waren zo verscherpt, dat
Willem V naar Nijmegen was uitgeweken. In 1787 komt het op veel plaatsen in
Nederland tot Orangistische oproeren, wellicht het sterkst in Zeeland: in Goes al
in Januari en Maart, waarbij 50 huizen van patriotten werden verwoest. (3)
"Wie Oranje niet wil minnen
Steek ik zoo den oven binnen".
kon men bij een bakker achter de winkelruit lezen.
Middelburg moest het in Juni en Juli 1787 ontgelden: uitgebreide plunderingen
en er viel zelfs een dode. De rellen in Vlissingen leidden niet alleen tot plun
dering maar ook tot het verwijderen van de patriotten uit de vroedschap. In Hulst
bleef het bij kapotte ruiten bij een Orangistische muiterij door militairen. Ook in
Zierikzee en Tholen werd geplunderd. Alleen in Veere konden vernielingen door
tactisch optreden .van Baljuw en Burgemeester nog juist worden voorkomen, al
werd de brave secretaris ERMERINS - bekwaam schrijver der 8 delen
ZEEUWSCHE OUDHEDEN - ongenadig afgeranseld. Op het platteland van
Schouwen en Duiveland gingen de rellen tot in 1788 door. ook Kortgene werd
niet gespaard, zoals wij in Pieters verslag aan de Alkmaarse heren kunnen lezen:
(2)
"Wel Edel Geboren Gestrenge Heeren,
De plundering, moedwil en ongebondenheid is in deze provincie tot een
zoodanigen overmaat gesteigert, dat dezelve te menigvuldig en schrikkelijk zijn
om die te verhalen; ik zal mij slegts bepalen bij het voorgevallene in dit eiland, en
wel bepaaldelijk 't geen in de nagt tusschen den zesde en zevende july te
Cortgeen gebeurden. Vooraf dien ik te melden, dat er vrijdag de zesde july een
gerugt liep dat die uit het eiland Walcheren na Cortgeen soude overkomen om
aldaar de op nieuws aangestelde patriottische regeering te vermoorden en hunne
huizen in puinhopen te veranderen. Dit gerugt deed de president burgemeester en
scheepen resolveeren den baljuw Amijs te verzoeken om de magistraat ten aller
spoedigsten te doen vergaderen, met dat gevolg, dat 's avonds ten 6 uuren de
magistraat bijeen kwam. Op de propositie van de baljuw wierdc goedgevonden
dewijl op alle tooms thans vlaggen uitgestoken waren, zulks ook te Cortgeen te
doen en vrijheid gegeven om orange te dragen, gelijk zulks eenparig wierd
geresolveerd als het eenigst middel om een gedreigde verwoesting te ontgaan. Dc
vlag wierd direct op de toom geplaatst. Dan men resolveerde om de vrijheid tot
het dragen van orange deur niet bij publicatie maar slegts bij monde bekend te