14
het zelve doen, waarvan er ondertusschen al eenige met knuppels begroet
wierden. Na Hofdijk (arts) zijn verscheyde boosaardige slagen gedaan die hij
telkens gelukkig ontweek, en tot zijn geluk want anders was hij waarschijnlijk
dood geweest. Het was niet genoeg dat deze teekening door de presente leeden
geschiedde, neen, de absente burgemeester en scheepen moesten ook nog
teekenen, men ging met trom en vaandel naar hunne hofsteeden en dwongen hun
onder bedreyging van den dood naar Cortgeen te komen en te teekenen. Dit was
zodra niet verrigt of een voor een moesten buyten bij deze booswigten komen
alwaar sommige gedwongen wierden te knielen onder het princevaandel en
allerleey smaadheden en beschimping onder gingen. Nadat deze rol gespeelt was
wierd ik gedwongen een publicatie te schrijven waarbij de magistraat vrijheid
gaf aan een iegelijk om orange vercierselen te dragen, met belofte dat niemant
daarover door de magistraat soude worden gemolesteert. Vervolgens moest 's
nagts of in den morgenstond de klok geklept en deze publicatie gepubliceert en
aanstonds geaffigeert aangeplakt) worden, onder bedreiging als vore. Na dat
alles verrigt was en omtrent nog twee ankers genever met eenige flessen wijn
uitgedronken waren, is deze woeste hoop 's morgens omtrent vijf uuren
afgemarcheert, sonder egtercenige plundering ofte glazen alhier te hebben
uitgeslagen. Er zijn zoo als meest in alle plaatsen eenige voorname bruteurs
geweest die de geheele Wissenkerker gemeynte gedwongen hebben mede te
gaan, onder bedreyging van andersints op zijn minst de glazen te zullen worden
uitgeslagen of geplun derd te worden; en ten bewijze dat zij lieden van hun woord
wilden zijn hebben zij aan drie burgerhuizen te Wissenkerke bij hun terugkomst
de glazen ingeslagen, alleen omdat de bewoners derselver onder weeg waren
teruggekeert. Ik behoeve aan Uwe Edelgeborene van de aanstokers van 't
twistvuur in Noord-Beveland geene melding te doen; het zijn zonder twijfel al
overlang verdagte persoonen, wiens woede over 't onlangs gebeurde is ver
dubbelt. De menigvuldige conferentiën, tot diep in de nagt, en de aanhoudende
expressens na en van Wissenkerke hebben mij bedugt gemaakt dat er iets
gebeuren wierd; ik sal mij thans ten dezen niet uitlaten. Ik hoop daartoe nader
beter gelegenheid te krijgen als alles in rust komt. De justitie is nergens
werkzaam en daarom is het voorzigtigste mijns oordeels om alles ook alhier te
laten slapen, selfs om aan bizondere persoonen geen ongenoegen te betonen
voordat de tijd en gelegenheid daartoe gunstiger zij. Was het na de bedoelde
persoonen hun wensch gelukt, dan waren er drie a vier dood geweest en hunne
bezittingen ter plundering over gegeven, dat God genadiglijk heeft verhoed.
Hofdijk is gevlugt maar waarna toe weet ik niet. Dat weet ik, dat hij te
Rotterdam geweest is. De magistraat heeft heden een briev aan den Heer
gezonden, dog die om reedenen minder gevallen als deze behelst. Ik eyndige deze
onder toebidding dat God verhoede, dat er in Uw Edele's provincie niet sulcke
schrikbarende en schreeuwende ongeregtigheden gepleegt worden als alhier en