15
teekene mij met de meeste hoogachting,
Wel Edelgeboren gestrenge heeren,
Uw weledel geboren dienstwillige dienaar,
Pieter Vader, den 17 juli 1787".
In het archief van de N.H. Kerk te Kortgene vinden we een brief van de
Kerkenraad d.d. 19 December 1797, waarin wordt vermeld dat in 1787 slechts
7 van de 85 huizen, die Kortgene toen rijk was, zijn geplunderd. Het is bekend
dat er nog een tweede oproer is geweest, waarbij dus wel is geplunderd in
tegenstelling met het gebeurde op 6/7 Juli. Maar daarover ontbreken mij
gegevens. Mijn vader wist te vertellen, dat ook het huis van Pieter zelf is
geplunderd; hij bezat een krantenknipsel waarin dat was vermeld.
Deze voor de paar eenzame patriotten in Kortgene zo schrikbarende gebeur
tenissen hadden voor Pieter groot gevolg. Baljuw Amijs zond ook een verslag
naar de Alkmaarse heren waaruit bleek dat bij deze - en eerdere - gelegenheden
Amijs met Vader in niet geringe botsing was gekomen. (2) Pieter had kennelijk
de leiding genomen, voor Amijs "een openbare infractie van mijn qualiteit op
Cortgene". Hij vraagt genoegdoening. Ivangh kreeg opdracht de brief van Amijs
te beantwoorden. Nu had Amijs in 1786 al een schrobbering gehad "wegens
verregaande toegevensheid aan sprakeloze vreugdebedrijven door eenig volk
gepleegd" bij een bezoek van Prins Willem V. (Zie boven). Maar nu veegt Ivangh
Amijs zo hardhandig de mantel uit, dat Amijs bedankt als baljuw en rentmeester.
In beide functies wordt hij opgevolgd door Pieter Vader! Zoon Abraham wordt
secretaris.
In 1790 krijgt Pieter nogmaals Alkmaars bezoek (2): C. van Foreest, de opvolger
van Paludanus is daar voor het eerst bij met vrouw, broer en zuster; Gerard van
Vladeracken met vrouw, Ivangh met de zoon, die hem zal opvolgen. Zacheus, de
broer van C. Foreest schrijft:
"Maandag 12 Juli (1790). Werden te 5 uur geroepen, omdat wij dichtbij Kortgene
waren. Wij stonden op, salueerden om half 6 Kortgene en kwamen al dadelijk er
na voor de haven ten anker. Wij zonden direct iemand naar de wal om de
chirurgijn te halen die om 7 uur aan boord kwam om ons te scheren. Om 9 uur
kwam Vader en zonen aan boord, om half elf kregen wij drie schippers aan
boord, om half 12 lichtten wij het anker en zeilden de haven, doch wij raakten in
de mond vast en kwamen na veel sukkelens over eenen aan de steiger. Dominé
kwam ons een korte visite geven. Om half twee gingen wij eten, om 3 uur
wandelden wij naar de heer Vader en nader van daar de bouwingen van de boedel
om. Ook gingen wij bij die van Woudenberg aan. Om 7 uur stapten wij bij de
heer Vader, dronken aldaar thee en een glaasje wijn en kwamen de heer en
juffrouw Vader aan ons jacht, welke bij ons soupeerden. Ik was de gehele dag
sterk aan de afgang geweest en ging aanstonds naar bed. Om 12 uur vertrokken
de heer en juffrouw Vader naar huis en de andere vrienden kwamen ook te bed.