17 En zo is Pieter Vader - beter laat dan nooit - van de bescheiden post van secretaris, schout en vendumeester van een minuscule smalstad - in 1795 558 inwoners! - gerezen tot de hoogste gezagdrager ter plaatse Baljuw en Rentmeester der Hooge Heerlijkheid met daarbij horende bijbanen: polder- functies, Rentmeester der "Groote Armen" (burgerlijk armbestuur). In 1798 ook benoemd tot Rentmeester der gemeene middelen etc. over den Eylande Noordbeveland - steunend op een borgstelling door zijn zoon Abraham en I.A. Verburg met certificaat van de sufficance der Borgen. Zijn verhouding tot zijn Alkmaarse meesters was duidelijk optimaal. Zijn oudste zoon stijgt in 1795 tot "provisioneel Representant van het Volk van Zeeland", vertegenwoordigend Noord-Beveland en Wolphaartsdijk; een der 24 "Homines Novi". Zijn jongste zoon zal de spil van Wissenkerke worden. Een gelukkig man? Luisteren wij naar Abraham als hij in 1798 verklaart waarom er in Kortgene maar zo heel weinig burgers als kiesgerechtigd zijn toegelaten: "Het zij daar toe ons vergunt de Eer te moogen hebben uwen aandagt te doen opmerken dat de Politique denkwijs der inge zetenen in deezen geheelen Eijlande en ook bepaaldelijk te deezer steede zeer ten nadeele der teegenwoordige orde van zaaken is geweest, durven wij u desweegens gerustelijk verzeekeren. Dat seedert de ontluijking van het Patriottismus binnen deeze Republicq en de ontwikkeling der gevoelens tot Eene orde van zaaken als welke wij thans tot onze gevoelige blijdschap mogen beleeven en dus ook nog heeden niet minder dan 9/10 gedeelte der ingezeetenen niet anders kunnen worden beschouwd dan als aanhangers van het Huijs van Oranje en in het algemeen als hartelijke voor standers der voorige vorm van regeering. De Plundering geweldenarijen in den Jaare 1787 te deezen stede waar aan - zeer weinige individus uitgezondert - voorts alle de ingezeetenen te deezer stede beneevens ten minste 3/4 gedeelte van die in het verdere gedeelte des Eijlande woonachtig hebben deelgenoomen, de verachting en verguizing genoegsaam algemeen uitgeoefent aan al wat Patriottisch dagt, de openbaare gesprekken, de voortduurende haat en de te werkstelling van tallooze middelen om genoegsaam alhier volstrekt nationaal den afkeer aan den dag te leggen omtrent al zulke Persoonen en middelen die als werktuigen tot voortplanting van het Patriottismus konden dienstbaar zijn, zijn zo veele bewijzen welke teegen den geest onzer meede Eylanderen getuigen en hun Eenige gestaadige begeerte tot Eene omwenteling van zaaken deed toekennen die wij hartelijk wenschten op goede gronden te kunnen zeggen dat ook thans geen aanweezen meer had. De traage opkomst der Burgeren in de grondvergaderingen welke algemeen in deezen Eylande en bepaaldelijk te deezer steede successivelijk na de revolutie van 1795 gehouden zijn bevestigen bij dit alles te meer den ingewortelden zugt voor het Huijs van oranje en de vorige orde der dingen en tegelijk den grooten afkeer van de thans gevestigde ordre van zaaken (Onze breedsprakige Abraham gaat nog lang door!) Maar niet zodra het bezoek aan de vergaderingen gebonden wordt aan het

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 1997 | | pagina 17