9
zouden langs 16 dorpen komen te liggen, met evenzoveel nieuw te bouwen
stationsgebouwen. De plannen daartoe dateerden al van rond 1900. De S.Z.B.
werd opgericht, doch de wereldoorlog 1914 - 1918 was de eerste spelbreker om
de plannen spoedig uit te voeren. Na nog een aantal jaren van wikken-wegen en
nog eens berekenen (u kent dat wel van de V.O.W.) vonden in 1924 de aanbe
stedingen plaats. Deze eerste op 24 maart voor de uitbreiding van het station
Goes met een depotgebouw met zeven sporen. Het werk werd voor 432.900
gegund aan Aannemers Mij. N.V. Van Heurn Volkers. De tweede aanbe
steding vond plaats op 16 december 1924. Het hiervoor genoemde aannemers
bedrijf was weer de laagste inschrijver. Het werk betrof het eigenlijke net met
stations, halte gebouwen, kunstwerken enz. en werd voor 1.561.000 gegund.
Het spoorwegnet bestond uit drie lijnen. Een van 8 km. via Kattendijke naar
Wemeldinge, een van 10 km. naar Wolphaartsdijk - Veer en een ringlijn van 40
km. langs dertien dorpen in de Zak van Zuid-Beveland. Onder de kunstwerken
hoorde het maken van zeven coupures (dijkdoorsnijdingen in slaperdijken), welke
bij hoog water met deuren of balken konden worden afgesloten. De tramlijn naar
Wolphaartsdijk liep tot het gehucht Eindewege evenwijdig met de spoorlijn Goes
- Middelburg (geopend 1872). Voor de laatst genoemde was ter hoogte van het
huidige viaduct bij 's-Heer Arendskerke een afsluitbare coupure in de slaperdijk
gemaakt. Ten behoeve van de tramlijn moest deze worden verbreed. Na het
opbreken van de tramlijn in 1942 werd de deur gesloten.
Coupure bij 's-Heer Arendskerke. Links: De sedert 1942 gesloten vloeddeur. Rechts: Opslagplaats vloedbalken. Op de
achtergrond het uit 1934 daterende viaduct.