11
Sorgwijc
een ondergrondse leiding uit de kreekrest werd gevoed. Dat dat mooi was zullen
al diegenen zich herinneren, die de plaats nog gekend hebben voor de afbraak in
de periode 1953-1955. In 1779 vinden wij Sorgwijck vermeld als enige buiten
plaats op Noord-Beveland.
Het jaar 1818 was voor W.L. wel heel belangrijk. Toen ontstond door indijking
van schorren de Soelekerkepolder. Deze schorren waren - na het verkrijgen van
de vergunning tot inpoldering - in 1817 verkocht aan ongeveer tien deelnemers,
waaronder twee Swemers en W.L. zelf. W.L. was ook belast met de administratie
van dit grote werk.
In zijn "Reekening" staat dat de kosten 153.694,65 hebben bedragen. De oogst
van de het eerste jaar gezaaide koolzaad bracht al 104.514,34 op. Wel een
grandioos rendement van deze investering!
H. van Dijk-van der Peijl vertelt ons, dat de Zeeuwse meekrapproductie het in de
tweede helft van de achttiende eeuw heel moeilijk had. Door torenhoge
invoerrechten schakelde Frankrijk de export daarheen uit. Maar ook de voorheen
zo voordelige Zeeuwse export voor de Engelse katoenindustrie moest wijken
voor de kwalitatief mindere maar veel goedkopere Franse meekrap. Vanaf 1806
en zeker ook na de inlijving bij Frankrijk bloeide de teelt weer op, zoals ook de
statistiek van minister Gogel - gecopieerd door Schama - betreffende de export
van vlas en meekrap madder) laat zien; beide stoffen waren zeer gevraagd
voor de vervaardiging van uniformen! In de eerste helft van de negentiende eeuw