12 is er opnieuw groei der productie, vooral door de betere droogtechniek van de wortels, en dus beter houdbaarheid, en de uitvinding van het meer geconcen treerde garancine: waarbij de meekrapsubstantie opgelost werd in zwavelzuur. W.L., die in de Franse tijd al grondbezitter was, heeft zeker geprofiteerd van de prijsstijging in die tijd. In 1836 bouwde hij, met anderen, in Geersdijk de meestoof "De Roos". Van de zestien aandelen bezat hij er zeven, zodat hij aan elk kind één aandeel kon nalaten. Ook zijn broer Abraham en diens zoon Jan Willem stuurden hun meekrap daarheen. Bij de pachtcontracten werden de pachters verplicht om tenminste een bepaald oppervlak met meekrap te beplanten en die bij "De Roos" te laten verwerken; was dit gebeurd, dan kreeg de pachter weer de vrije beschikking over zijn product. Foto van vroegere meestoof te Geersdijk. ("De Hoop" of "De Roos"?). In "De Roos" werkten vier mannelijke arbeiders; in het werkseizoen kwamen daar nog vier vrouwen bij, die alleen 's avonds werkten. Hun lonen lagen hoger dan die van de landarbeiders. Het is belangwekkend te lezen, hoe zorgvuldig de kwaliteit werd bewaakt. Niet alleen de keurmeesters - W.L.'s jongste zoon Jacobus was jarenlang één van hen - maar het gehele personeel moest ieder jaar opnieuw de eed afleggen, dat ze eerlijk en "stiptelijk" de voorschriften zouden nakomen. De boekhouding van "De Roos" over het tijdvak 21 september 1836 tot maart 1852 bleef fraai geconserveerd in het gemeente-archief van Wissenkerke. Het totaal der rekeningen voor de bewerking liep terug van 10.043,25 voor de oogst van 1836 tot 4.772,17 voor de oogst 1851. Die daling vond zijn oorsprong in een dalen van de meekrapprijs, die - volgens het archief van de Heerlijkheid Geersdijk en Wissenkerke - de teelt weer onrendabel maakte.

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 1997 | | pagina 14