14 maar verwees de zaak naar de vergaderingen van de desbetreffende polders. Hoewel de verslagen van die vergaderingen in de polderarchieven ontbreken, mogen wij uit de handhaving van W.L. als dijkgraaf wel de gevolgtrekking maken, dat W.L.'s wel bewaard verweer tegen De Moor aanvaard is. Uit dit verhaal blijkt, dat W.L. in 1834 dijkgraaf was van de Kamperlandsche en van de Jacobapolder. Hij was dat al langer van de Wissenkerkepolder. Uit een opgaaf in 1841 blijkt, dat hij ook in de gemeente Kortgene polderfuncties bekleedde: - Oud Cortgeen Polder Dijkgraaf, Secretaris en Penningmeester. - Westpolder Gezworen, Secretaris en Penningmeester. - Stadspolder Gezworen (broer Abraham was daar dijkgraaf). Volgens IJsseldijk was hij in 1819 bovendien (mede?) Ambachtsheer van de Heerlijkheid Geersdijk en Wissenkerke. Ir.uiiiljlioii.K, i8oS-ib'n> Fliu-MidMntiiicr Exports, 180.--° JiL'-J-To, by weight Statistiek Gogel betreffende de export van vlas en meekrap, 1803 - 1816. (Met een hiaat voor het tijdvak 1810- 1813: export was immers onmogelijk). Naar S. Schama "Patriots and Liberators"1977.

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 1997 | | pagina 16