18 De vestiging van Onze Lieve Vrouwe parochie te Hansweert door M.J. Louisse Over de vroegste geschiedenis van Hansweert is niet veel bekend. Vóór 1353 bedijkt men voor de kust van Kruiningen, in het uiterste westen bij de grens van Schore, een schorinham de Hannekijnswaard genaamd. In het jaar 1353 wordt Jan Boudewijnszoon van Schoudee beleend met 25 gemeten ambacht, tienden en cijnsen "in den polre bi Hannekinswaerde." In een schepenakte van Kruiningen uit 1567 vernemen we pas weer iets over Hansweert: "over een huis op Hans- weerts in den Ouden Poldere." In een Kruiningse overloper van 1602 noteert men de naam "den Ouden Polder", 20 gemeten groot. Een gedeelte van de huidige dorpskom van Hansweert en het sluizencomplex ligt in deze polder. De naam "de Oude Polderstraat" is hiervan afgeleid. De religieuze geschiedenis van het dorp begint bij de stichting van een kapel, gewijd aan Onze Lieve Vrouwe en Sint Thomas. Parochiekerken liggen vaak afgelegen, wegen zijn moeilijk begaanbaar, reizen gaat moeizaam. De op zichzelf staande kapellen worden gesticht door vermogende personen om de inwoners van dorpen en gehuchten gelegenheid te bieden ter plaatse de missen te horen. In 1844 is het tegenwoordige dorp Hansweert niet meer dan een gehucht van vijf huizen en vijfentwintig inwonenden. Daarin komt verandering als men in 1866 het kanaal tussen Hansweert en Wemeldinge voor scheepvaart openstelt. Door de scheepvaart komt het gehucht tot bloei. Velen vinden in het kanaaldorp een middel van bestaan: de handel bloeit, parlevinkers slijten hun waren aan schippers, het aantal middenstanders groeit. Onder de personen die hopen een goed bestaan te vinden in Hansweert, bevindt zich een groot aantal Rooms- Katholieken. Door het groeiende aantal parochianen wordt de noodzaak voor een eigen parochie voor Hansweert en omringende dorpen dringend. Hansweert valt onder de uitgestrekte parochie van Goes: door onbegaanbare wegen en slechte vervoermiddelen liggen de dorpen van deze parochie geïsoleerd. De pastoor te Goes, Eversteijn, doet een poging tot het stichten van een eigen parochie: hij verstuurt bedelbrieven aan verscheidene Belgische grootgrondbezitters, die in dit deel van Zuid-Beveland grond bezitten. Later vermeldt men dat men met deze Belgische franken een oud gebouwtje huurt om als kerk in te richten. Bij besluit van 14 juni 1867 geeft Minister van Justitie Borret echter toestemming de woning van Pieter d' Hondt tot hulpkerk in te richten: "in afwachting van de nader te noemen beslissing omtrent de vestigingsplaats der door haar te stichten kerk en pastorij ten behoeve van de eventueel in te stellen parochie voorlopig te magtigen om de hierboven bedoelde woning van Pieter d' Hondt tot hulpkerk voor de Roomsch Katholijke bevolking in het oostelijk deel van Zuidbeveland in te rigten, en alzoo tijdelijk voor de openbare godsdienstoefeningen te doen gebruiken, onder bepaling dat het stoffelijk beheer dier hulpkerk worde gevoerd op den voet van artikel 41 van het algemeen Reglement voor de parochiale kerkbesturen in het Bisdom van Haarlem en overeenkomstig de deswege door den Bisschop te geven bijzonder voorschriften."

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 1997 | | pagina 20