20 zelfs, dat de kerk zou komen te staan te Krabbendijke. De hemel zij gezegend, dat dit niet gebeurd is! Men zou in dat geval de kerk spoedig voor afbraak hebben kunnen verkoopen, daar er te Krabbendijke geen Katholieken hoegenaamd wonen of ooit gewoond hebben, en de afstand van dat dorp voor alle hier wonenden Katholieken bedenkelijk groot is de bezwaren van den Minister blijken ongegrond te zijn geweest, want nergens zijn de mensen zoo gezond en worden zoo oud als in dit gedeelte van Zeeland." Tenslotte worden alle bezwaren overwonnen en wijst men Hansweert aan als definitieve plaats voor een nieuwe parochie. Bij Koninklijk Besluit van 15 juli 1868 wordt door Willem III de Katholieke Parochie van Hansweert erkend als zelfstandige gemeente. Het grondgebied zal zich uitstrekken over de gemeenten Schore, Vlake, Yerseke, Kruiningen, Waarde en Valkenisse, Nieuwland, Rilland en Maire, Fort Bath en Bath, Kapelle, Wemeldinge, Krabbendijke en Nieuwlande (de Katholieke Parochie van Onze Lieve Vrouwe Onbevlekte Ontvangenis). Men kent de nog te benoemen pastoor een jaarwedde toe van 400,- vanaf de eerste april 1868.Petrus Salman (1868-1872) wordt als eerste pastoor van de nieuwe parochie benoemd. Met de gift van drie gemeten grond door J. Eisen, grond bezitter te Antwerpen en de aankoop van gronden van dezelfde grondbezitter voor de somma van 1200,- komt de parochie in het bezit van een stuk grond waarop de kerk gebouwd zal worden. Architect Asseler uit Amsterdam maakt een tekening en bestek voor de bouw van de kerk. Bij de aanbesteding blijkt dat de kosten boven de begroting uitkomen. Men neemt de beslissing de bouw van de kerk voor eigen rekening ui te voeren. De kosten worden geraamd op 18000,—. In september 1870 wordt met de bouw begonnen. 28 april 1871 wordt de eerste steen gelegd door graaf De Ribaucourt en 5 december van datzelfde jaar wordt de kerk gewijd door pastoor Eversteijn, vice-deken van Goes. In 1872 wordt Petrus Johannes als pastoor aangesteld. Hij merkt het volgende op: "Mijn komst alhier was allesbehalve benijdenswaardig. Ik moest mijn intrek nemen in een geheel nieuwe pastorie, waar nog geen verfkwast was in geweest, en waar de muren zoowel van onderen als op de bovenste verdieping niets anders vertoonden dan naakte steenen met hunne voegen, zoodat het zoowel van binnen als van buiten een barre winter was. Ook in de kerk was niets geverfd, en alles gaf bewijs van volmaakte en groote armoede. Wat de zaak nog verergerde was het gebrek aan fondsen, om in het noodige te voorzien." Veelvuldig verschijnen schuldeisers op de stoep van de pastorie. Om die te kunnen betalen, vraagt hij de bisschop toestemming liefdegiften in te zamelen. Hij reist al bedelend door de bisdommen van Gent en Mechelen, bedelend voor zijn kerk. Zijn reizen hebben resultaat en op 1 oktober 1879 zijn alle schulden betaald en heeft men zelfs financiën om een ijzeren hek voor de pastorie en het kerkhof te plaatsen, de kerk te schilderen en enige stukken voor het interieur aan te kopen. Literatuur: Bijdragen Bisdom Haarlem, de parochie van Hansweert door A. van Schijndel (25 april 1918)

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 1997 | | pagina 22