10 Kortgene: de Willem Adriaan Polder loopt daar onder. De schade is groot, geschat op 35.000,-1 Op 11 juni overhandigt kwartierdrost Schorer de eerste tegemoetkoming: 250.- Later komt nog de opbrengst van een landelijke collecte binnen, aangevuld met een geschenk van Koning Louis: 818.- De armen van Kortgene kunnen hun inkomen wat verbeteren door de herstelwerkzaamheden aan de dijk. Een opwindende gebeurtenis voor Kortgene, en ook voor A.V., is het bezoek van Koning Lodewijk op 7 mei 1809. Twee weken eerder had deze het Wetboek van Napoleon in zijn koninkrijk ingevoerd. Het Notul Boek van het Gemeente Bestuur toont een fraai gekleurde tekening van de ereboog, die men aan de Agterweg ter verwelkoming van Zijne Majesteit had opgericht. Daaronder het volgende opschrift: DOOR ZYN ZAGTE EN WYZE REGEERING HEEFT HIJ ONZE HARTEN GEWONNEN. Men mag vuurwerken ontsteken en ook schieten op de "Hoogstraat en pleijnen" tot 8 uur 's avonds, maar - veiligheidshalve! - niet voordat de koning vertrokken is. De klok wordt geluid en vlaggen wapperen van de toren. Men maakt van de gelegenheid gebruik om de Koning een smeekschrift aan te bieden met drie "Poincten van Bezwaar": - Doordat Ambachtsheren van hun voorrechten zijn beroofd, zijn sedert 1798 ook vele tegemoetkomingen van hen vervallen, zoals de bijdrage voor het onderhoud van de kerk. Dat is nu een last voor de (burgerlijke) gemeente. - Sinds jaar en dag werd in Noord-Beveland 1/4 van de opbrengst der "collec tieve Gemeene Middelen" (belasting) gereserveerd voor de armen. Maar sedert 1806 niet meer! - De voornaamste klacht betreft de schade, geleden door de watersnood. Drie van de boeren in de ondergelopen polder zijn daardoor totaal geruïneerd. Samen leden zij een schade van 14.497,16! Het Gemeente Bestuur is bepaald geschokt, doordat het bezoek alle tekenen van haast vertoonde. De Koning steeg - zulks in tegenstelling met wat in Wissenkerke en Colijnsplaat was gebeurd - zelfs niet uit zijn karos! Gebruikte niets van de aangeboden spijzen, maar spoedde zich haastig naar het schip, dat hem naar Wolphaartsdijk zou brengen. De zenuwen zijn zo aangedaan, dat A.V. aan Zijne Majesteit schrijft: Na levendig geschilderd te hebben hoezeer de gevoelens van "Liefde welke wij Uwe Majesteijt toedraagen (door zijn komst) zijn gesterkt", vervolgt hij: "Dan het beige (belgen boos maken) uwe Majesteijt niet onze belijdenis te verneemen, dat hoezeer onze vreugd, en die van al onze meede Ingezeetenen over het voorregt van uwe Majesteijt in ons midden te moogen aanschouwen, op het hoogst geklommen waare, wij aan den anderen kant, door aandoeningen van Smart vervuld geworden zijn; daar wij slegts kort na het gemis der tegenwoordigheid van uwen hooggeschatten persoon, te ontdekken kwaamen,

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 1998 | | pagina 12