17 1795 slechts twee zekerheden overeind gehouden: een heel intens beleefd Godsgeloof en een al even hartstochtelijke liefde voor de stad Middelburg en zijn bewoners. Noch van Frankrijk, noch van Engeland verwachtte hij ook maar enig heil. Dat iemand na een opdracht van de Nederlandse, door Frankrijk beheerste overheid, zich in persoon ging uitsloven voor de uitvoering daarvan in plaats van zijn personeel daarmee te belasten, is Schorer zeker ridicuul voorgekomen. Welke de motieven het ook geweest mogen zijn - het ene sluit het andere niet uit - het was de Engelsen duidelijk geworden, dat hier nog een man was, voor wie de oorlog tussen Engeland en het Koninkrijk Holland ernst was. Het ligt voor de hand om de exhorbitante vordering van koeien als straf te beschouwen. Lang heeft A.V. niet gevangen gezeten. Woensdag 4 oktober schrijft Schorer: "De heer Vader van Cortgene was nu ontslagen." Misschien heeft de land-drost, op wie de magistraat van Kortgene een beroep had gedaan, wegen gevonden hem weer op vrije voeten te krijgen. Uit het bovenstaande komt wel naar voren, dat er tussen de bevolking van Kortgene en A.V. een hechte band was gegroeid, die we in toekomst bevestigd vinden. De tegenstelling tussen patriotten en prinsgezinden was nagenoeg verdwenen. Vanaf 1801 al wordt er in het land bij benoemingen niet meer naar gekeken. Van geïmporteerd vreemdeling is hij nu één van hen geworden. Op 6 oktober zijn het de Franse troepen van Z.M. Lodewijk op Zuid-Bcveland. die alle Kortgeense schepen vorderen. De magistraat meent zich hieraan niet te kunnen onttrekken, maar de schippers zorgen ervoor onvindbaar te zijn. Als in december de Engelsen vertrekken, komt er aan die voor Zeeland zo schadelijke periode gelukkig een einde. De bij niet weinigen nog aanwezige sympathie voor Engeland is hierna totaal verdwenen. Het waren niet alleen de Zeeuwse koortsen, die de expeditie deden mislukken: de behandeling der zieken heeft zeker meer doden gekost dan de ziekten zelf; een behandeling "zoo geheel alleen van de gewoonte van dit land, daar braaken, purgeeren en (ader)laaten meestal aan de order was." Aldus Schorer. Inderdaad funest bij darmziekten als typhus en dysenterie, waarbij juist de aanvulling van het verloren vocht nodig is. Maar de Engelsen waren niet alleen onbarmhartig voor hun dertienduizend zieken, zij waren dat ook geweest bij de verovering van Vlissingcn en Veere. Zij gingen zich veelal te buiten aan wilde drinkgelagen. "Ik" (Schorer) "was buitengemeen geplaagd door aanvragen en klagtcn wegens gebrek aan betaling door de Engelschen." En ook: "Ik ontfing een brief uit Goes dat de Engelsche schepelingen in de Zuid Craaier veel brutaliteiten hadden aangerigt." De grootste faaloorzaak was wel, dat de Engelse troepen Commandant Lord Chatham en de Engelse vlootvoogd Sir Richard Strachan zo op elkaar gebeten waren, dat zij elk overleg, laat staan samenwerking weigerden, waardoor aan alle activiteit een einde kwam. Een Engelse krant vatte dit aldus samen: Lord Chatham with his sword undrawn Is waiting for Sir Richard Strachan. Sir Richard, longing to be at 'em Is waiting for the Earl of Chatham!

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 1998 | | pagina 19