6 vertegenwoordiger(s) kiezen. De kiezer voor Kortgene was P. Vader; A.V. was zijn plaatsvervanger. De kiezers zijn stemgerechtigde Burgers "die kunnen lezen en schrijven, den ouderdom van 25 jaar hebben bereikt, de 4 laatste jaren in Zeeland hebben gewoond en bekend zijn wegens cordaatheid en Vaderlands liefde." Ook kiezen de kiezers vertegenwoordigers voor de "Nationale Vergade ring" in Den Haag. Aanvankelijk mochten dat niet dezelfde mensen zijn. Na 3 maanden werd de vertegenwoordiger al dan niet herkozen. En zo zien we, dat de in maart gekozen A.V. in november al weer vervangen wordt door de ontvanger M.S. van der Loeff. De vertegenwoordiger moest voor het aanvaarden van zijn waardigheid de volgende eed afleggen; "Ik belove en zwere, dat ik, als wettig gekozene Vertegen woordiger des Zeeuwschen Volks, deszelfs Oppermagt, Vrijheid en Onafhang- kelijkheid getrouwelijk zal handhaven, alle deszelfs belangen naar mijn beste weten en vermogen zal behartigen, my zeiven stiptelijk gedragen aan alle de Wetten en Voorschriften, bij het Reglement voor het Provintiaal Bestuur gearresteerd, en nimmer eenige pogingen zal aanwenden, dulden of begunstigen, welke tot vernietiging der tegenwoordige orden van zaken, tot weder invoering van het Stadhouderschap, of tot oprichting van eenig Bestuur, strijdig met de aangenomen beginselen van Vryheid, Gelykheid en Burgerlijke Rechten, zoude kunnen verstrekken. Zoo waarlijke enz...." Een dure eed, die ruim tweejaar stand houdt! Immers, reeds 19 Mei 1798 wordt met een staatsgreep een nieuwe constitutie afgedwongen, waarbij Zeeland zijn zelfstandigheid verliest en opgaat in de eene ondeelbare Bataafsche Republiek. Het is boeiend om de discussie te lezen, of Zeeland al dan niet moet berusten in het verlies van zijn in de tachtigjarige oorlog zo duur bevochten onafhan kelijkheid. Is de burger niet veel meer gebaat bij een bestuur, dat iedere plaats en man van betekenis kent en zo gemakkelijk met elks belang en traditie rekening kan houden? Moet men zich overgeven aan mannen die Zeeland niet of nauwelijks kennen, ja in meerderheid zelfs nooit gezien hebben? Het is alsof men de discussie over de E.E.G. hoort. Zeeland is het gewest, dat zich na veel tegenstribbelen, het laatst bij het onvermijdelijke neerlegt. De torenhoge, niet meer te beheersen Zeeuwse schulden, die de Republiek belooft over te nemen, geven de doorslag! Als Representant kreeg A.V. samen met vier anderen de opdracht tot "de directie van de goederen van het huis van Oranje." Ieder lid van de commissie krijgt het toezicht over de goederen, het dichtst gelegen bij zijn woonplaats. (R.A.Z.31.1.181) A.V. dus over het Oranjebezit op Noord-Beveland. Hij mag de fungerende rentmeester handhaven of afzetten. Op 23 Juli 1795 ontvangt hij Abraham Sweemer, rentmeester van de Oranje domeinen op Zuid- en Noord- Beveland. Voor A.V. is deze opdracht een sinecure. De achtenveertigjarige Sweemer, bouwer van Sorgwijck!, is een veel te belangrijk en invloedrijk man om maar met de gedachte te spelen die werkelijk te dirigeren. Op 6 februari 1798 "in het vierde jaar der Bataafse Vrijheid", besluit het Interim Administratief Bestuur van het voormalig Gewest van Zeeland, "dat de Commis-

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 1998 | | pagina 8