12
Hendrikskinderen, waarvoor geen vergunning was verkregen, bestraft met 100,-
en gerechtskosten voor 3 van de 4 beklaagden elk. De befaamde Huibert Jacobus
Budding moest voor 12 ongeoorloofde bijeenkomsten 12 x 8,- en kosten
betalen. In de daarop volgende maand mei leidde hij opnieuw 5 bijeenkomsten
waarvoor hij andermaal 5 x 8,- en kosten moest betalen.In aanmerking
genomen dat de waarde van het geld toen - zeer grofweg - 100 maal zo groot was
als nu, waren dat wel heel zware straffen.
Slechts één maal, in een brief, meldt V.V.V. een door zijn rechtbank onderzochte
moordzaak: in november 1857 zette een herbergier te 's-Heer Arendskerke één
zijner gasten zo hardhandig buiten de deur, dat die overleed. Maar onder de
vonnissen van de Goese rechtbank vinden wij die doodslag niet terug. Was die
wellicht onbevoegd voor het berechten van moordzaken? Ik denk het. De laatste
tot de strop veroordeelde moordenaar in de Bevelanden werd in 1841 opge
hangen, niet in Goes, maar in Middelburg, hoewel hij zijn beide moorden pleegde
in Hoedekenskerke en woonde in Ellewoutsdijk.
V.V.V. als lid van de gemeenteraad.
Van de rond de 350 kiesgerechtigden die Goes rijk was, kwamen er op 21
augustus 1855 112 opdagen voor het kiezen van twee leden van de Raad. J.A.A.
Fransen van de Putte - eigenaar van een garancinefabriek - kreeg 52 stemmen,
V.V.V. 39, anderen minder. Aangezien niemand de vereiste meerderheid van 57
stemmen op zich had weten te verenigen, vond 4 september herstemming plaats,
waarbij de twee bovengenoemden zich gekozen zagen; een meerderheid was nu
niet meer nodig. In die tijd waren er nog geen partijen, die kandidaten stelden. De
kiezers waren volkomen vrij, om hun stem uit te brengen op elke kiesgerechtigde
in Goes. Een commissie uit de Raad moest van elke gekozene de "geloofs
brieven" onderzoeken. In die van V.V.V. stond, dat hij behalve rechter, ook
President was van het Collegie van Regenten van de Godshuizen - dat zijn het
Weeshuis en het Gasthuis; dat hij secretaris was van het college van
Kerkvoogden van de Nederlands Hervormde Kerk en lid van de "Plaatselijke
schoolcommissie". Nadat de geloofsbrieven waren goedgekeurd en de beide
gekozenen hun "benoeming" hadden aanvaard, werden zij beiden 27 september
1855 beëdigd. De eerste eed betrof de door de grondwet voorgeschreven "eed van
zuivering". "Daarna leest de voorzitter den eed voor, vermeld in art.39 der
gemeentewet, waarop de benoemde op gelijke wijze zegt: "Zoo waarlijk helpe
mij God almagtig". Die installatie werd publiek bekend gemaakt; bericht hiervan
kregen Gedeputeerde Staten.
In de Raad treft V.V.V. zijn neef Mr. P.H. Saaijmans Vader aan. Deze was vanaf
1826 griffier en 1857-1867 rechter aan dezelfde rechtbank. Er is geen groter
tegenstelling denkbaar dan tussen beide neven. Voert V.V.V. slechts zelden het
woord, neef S.V. laat bijna nooit een onderwerp zonder zijn commentaar voorbij
gaan. Ook de overeenkomst tussen hen is opmerkelijk: beiden zijn uiterst conser
vatief, stemmen veel vaker tegen dan voor een voorstel; in één vergadering telde
ik dat V.V.V. zes maal had tegen gestemd. De grote beweegreden voor deze