DE SPUIJE "VSooelbüS^^
1
^XTBEW. EX
Mededelingenblad van de Heemkundige Kring De Bevelanden en de Vereniging
Vrienden van het Museum voor Zuid- en Noord-Beveland
Oktober 1998, nr. 44
Van het bestuur
Met de jaarvergadering in zicht treft u bij deze Spuije de voor deze vergadering
benodigde stukken aan. Wij hopen op een goede opkomst. In deze aflevering van
ons mededelingenblad weer de nodige lezenswaardige artikelen, waarbij we zelfs
een uitstapje wagen naar de Hoeksche Waard.
Monumenten in Colijnsplaat
Op 13 september 1998, Open Monumentendag, presenteerde drs A. de Klerk,
regionaal consulent geschiedbeoefening Zeeland het eerste exemplaar van
"Colijnsplaat, een monumentaal dorp" aan de loco-burgemeester van Noord-
Beveland, mevrouw Meulenberg. Zo'n vijftig belangstellenden volgden de plech
tigheid in de Nederlandse Hervormde Kerk. Aan De Klerk's toespraak ontlenen
we het volgende. Ook de omgeving, waarin de mens woont, zorgt net als archief
stukken en museumvoorwerpen voor een band met het verleden. Monumenten
zijn daarbij onmisbaar, ze vormen in de omgeving de hoogtepunten. Dan kunnen
we denken aan gedenktekens, die zijn opgericht, maar ook aan gebouwen, boer
derijen, buitenplaatsen, molens, meestoven, forten en vliedbergen.
Vanzelfsprekend heb je in Zeeland dorpen en dorpen. Aagtekerke is duidelijk
anders dan Zaamslag en niemand zal Borssele met Clinge verwarren.
In Zeeland zijn de ringdorpen aantoonbaar het oudst. Daarin overheerst de cirkel,
met de kerk in 't midden en de bebouwing erom heen. In jongere dorpen over
heersen de kaarsrechte lijnen en rechte hoeken. Het bekendste type van deze
polderdorpen is het voorstraatdorp en daarvan is Colijnsplaat een fraai voorbeeld.
Het gaat al vierhonderd jaar mee en sinds 1996 is het een ingevolge de
Monumentenwet beschermd dorpsgezicht. Daar mag de gemeente Noord-
Beveland trots op zijn. In Zeeland zijn er maar acht: naast Colijnsplaat gaat dat
om Borssele, Nisse, Dreischor, Noordgouwe, Kloetinge, Wemeldinge en Sint
Anna ter Muiden. Volgens de officiële toelichting schuilt het belang van
Colijnsplaat vooral in de "nog overwegend gave historisch-ruimtelijke structuur;
dat wil zeggen het voor de ontstaansperiode ongewoon rationele stratenplan."
Opmerkelijk genoeg blijft in de toelichting ongenoemd het telkens terugkeren van
enkele maten in de plattegrond van het dorp: zestig meter als de diepte van de
perceelsblokken en het dubbele, 120 meter als de breedte van vier van die
blokken.