7 Mr. Pieter Iohannes van Voorst Vader. door dr. P.J.A. van Voorst Vader Geboorte en Jeugd. Nadat aan het in 1799 gehuwde echtpaar Vader-van Voorst drie dochters waren geboren, werd het op 22 juni 1805 verblijd met de komst van de eerste zoon. Aangezien de vader van Johanna E. Vader-van Voorst geen zoon had, werd deze eerste kleinzoon van hem - naar de mode van die tijd - voluit vernoemd naar BEIDE grootvaders: Pieter Vader en Iohannes van Voorst met de roepnaam Jan. De kleine V.V.V. groeide op in Wissenkerke, waar zijn vader, Willem Lodewijk ontvanger was, tevens schout (later maire en burgemeester) en - naast zijn broer Abraham - ook rent meester van een deel van de Zeeuwse bezittingen van het huis Nassau Odijk. (Zie de Spuye no. 4!Jans moeder Mr. P.I. van Voorst Vader was één van de drie dochters van I. van Voorst, achtereen volgens kapitein en equipagemeester van de Kamer Zeeland van de V.O.C. Op zesjarige leeftijd mocht de kleine Jan de - tot op heden zorgvuldig bewaarde - eerste steen leggen van de manege die Papa in Wissenkerke bouwde, getuige het opschrift: P.I.v.V.V. 31 Dec. 1811. Na elders - thuis? - onderwijs genoten te hebben, werd hij in 1820, samen met zijn één jaar jongere broer Bram (Abraham) ingeschreven als leerling van het stedelijk Gymnasium te Middelburg. In 1824 doorstonden zij beiden de "Publieke Promotie", zoals het eindexamen toen heette. Daarna gingen de beide broers studeren in Leiden, Jan rechten, Bram medicijnen. Deze laatste heeft zich in 1833 als huisarts gevestigd in Wissenkerke. Promotie. 20 juni 1829 promoveerde V.V.V. met een in het Latijn geschreven proefschrift over de "Lex Pompeia de Parricidiis" - de wet van Pompeius over de moord op

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 1998 | | pagina 9