was er geen cent meer bij. Een enkele maal ontvluchtte Marinus de hofstede. Toen hij er op een keer weer van door wilde gaan pakte hij Jannetje vast en duwde haar opzij, omdat zij hem verhin derde geld uit het bureau te nemen. Langzaam maar zeker rijpte bij Jannetje het plan om zich van Marinus te ontdoen. Ze wilde vrij zijn, zodat ze met haar nieu we vriend zou kunnen trouwen. Overigens bleek nergens uit dat ook Kees verliefd op haar was. De eerste poging tot vergiftiging Veel onderricht had Jannetje van Houte in haar jeugd niet gehad. Ze had de lagere school doorlopen en kon lezen en schrijven, maar daarmee was ook alles wel gezegd. Bij de bijbellessen had ze wel eens horen praten over het mengen van gif en dat soort zaken, maar watje daar nu voor nodig had wist ze niet. Het giftigste wat in haar ogen in huis was waren de fosforkop- jes van lucifers. Deze leken haar geschikt om hiermee een poging te wagen, die ech ter zonder resultaat bleef. Een kans om hem het gif toe te dienen kreeg ze, toen Marinus, die altijd de gewoonte had om bij zijn zuster in het dorp koffie te gaan drin ken, eens op een dag thuis kwam nadat hij was wezen schieten, zonder bij zijn zuster te zijn geweest. Hij vroeg Jannetje om een kop koffie en een boterham. De koffie had echter zo'n vreemde smaak, dat hij ze weg wierp en aan Jannetje vroeg: 'Wat gaan ze nu doen, willen ze mij vergevenV. Waarop zij antwoordde: 'Ben je bedonderdToen hij er tegen Kees Franse over begon wist die niet meer te zeggen dan: 'Zo!'. Dat dit voorval voor februari 1865 plaats vond blijkt uit het feit dat Marinus op de dag dat zijn jongste kind geboren werd, 2 februari 1865, tegen de vrouw van wagen maker L.M. van Noppen uit Kruiningen had gezegd dat hij bang was om de koffie van zijn vrouw te drinken uit angst voor vergiftiging. Het zou niet bij één poging blijven; spoedig zouden er meerdere vol gen. Van hot naar her Er brak nu een zeer turbulente periode aan, waarin Jannetje en Marinus dan weer gescheiden, dan weer samen woonden. Haar los laten wilde Marinus niet, maar met haar samenwonen hield, zoals hier voor bleek, ook risico's in. In het begin van het jaar 1865 besloot Marinus zijn hofstede te verkopen, zodat Kees Franse niet meer bij hen in huis zou wonen en Jannetje minder kansen kreeg hem te ontmoeten. Het gezin vertrok naar het dorp en Kees Franse werd knecht bij de nieuwe eigenaar van de hofstede. Vervolgens liet Jannetje door timmerman J.J. Poley een huis bouwen, dat Marinus voor haar betaalde. Samen met haar vijf jaar jongere zus Janna, de dienstmeid Jannetje de Witte en haar twee kinderen ging Jannetje in het nieuwe huisje wonen. Janna van Houte, die in 1864 als dienst meid bij haar zuster in dienst was geko men, was een dom en naïef meisje. Ze was analfabeet, omdat ze volgens haar eigen verklaring, geen zin in leren had en bang was voor de school. Het in februari 1865 geboren dochtertje Maria werd halverwege de maand augus tus ondergebracht bij Hendrika Doezelaar, waar het slechts veertien dagen leefde. Over dit kindje zou Jannetje de Witte tij dens het proces de merkwaardige uit spraak doen 'dat het niet ziekelijk was en toch niet gezond.'. Al snel kwam Jannetje er achter dat ze nu verstoken was van inkomsten. Om dit pro bleem op te lossen bood ze zich als dienst meid aan bij haar familie in Waarde en vertrok een tijdje daarna naar dit dorp, tot groot ongenoegen van Marinus, die haar weer in huis wilde hebben. Om dit voor elkaar te krijgen verkocht Marinus eind 1865 zijn bezit in Kruiningen en van het verkregen geld kocht hij de molen met molenberg, woonhuis, schuur en tuin in Waarde. Marinus dwong Jannetje weer bij hem in huis te komen wonen. Jannetje, die weinig keus had, kwam met haar zoontje en haar zus Janna in het nieuwe onderko men in Waarde wonen. De kinderen uit het eerste huwelijk van Marinus waren inmiddels allemaal het huis uit en getrouwd. 13

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 1999 | | pagina 15