cies, geassocieerde landschappen en steden
op den 25 februari, alsmede om een genera
le collecte te laten geschieden des anderen
daags voor de hooggaande nood van wel elf
duizend arme en verdrevene Franse gerefu-
geerden, zo uit Zwitserland, Piëmont en de
Paltz'. De leden van het Stadsbestuur gaan
op de 26e van huis tot
huis de stad door met
de collectebus. Het
notulenboek vermeldt:
'Tot soulagement en
vertroostinge van de
voorseide religione ver
wanten in 't geheel ont
vangen de som van
238.18.7'. Samen met
de opbrengst van de
collecte in de dorpen op
het eiland van
278.3.9 kan de for
midabele som van
512.3.5 bij de
Ontvanger-Generaal
worden afgedragen.
Het verschil, bestaande
uit 'duyten, quade stuy-
vers en vijf grooten pen
ningen', krijgt de stads
secretaris mr. Pieter
Lammens overhandigd
om dit als regent van
de armenkas 'aan de
arme menschen te ver-
deylen'.
In het Stadhuis
Het Stadhuis verkeert
nog in de oude vorm
van vóór de verbou
wing van 1771-1780; rechts de als gevan
genis dienst doende toren; links het 'bode
huis' bewoond door stadsbode Hieronymus
Smallegange, achter de drie ramen rechts
de Vierschaar en achter het raam links de
Weeskamer.
In de kamer, waarin de Vierschaar wordt
gehouden, vergadert ook het Stadsbestuur,
meestal op zaterdag.
Het Stadsbestuur bestaat in 1699 uit de
burgemeesters (stadsdokter) Ferdinand
Gruyward en Jacob Nollens en de schepe
nen mr. Johan van Dorth, Robbert
Schilperoort, Dirck van Angeren, mr.
Livinus van Dorp, Matthias Nolet,
Bernardus Schorer, Pieter Ratel, Cornelis
Hoogenhoed en mr. Nicolaas Borssele van
der Hooge. Ook dit jaar worden in juni
twee zogenoemde oudermannen gekozen
om samen met de
beide rentmeesters en
de afgaande burge
meester een lijst op te
stellen van twintig
notabele burgers. Uit
deze burgers worden
dan op Sint Jansdag
een nieuwe burge
meester en 4 of 5 nieu
we schepenen gekozen.
In de plaats van de
aftredende burgemees
ter Gruyward en de
vijf eerstgenoemde
schepenen worden
gekozen tot burge
meester mr. Johan van
Dorth en tot schepe
nen Anthony Nollens,
Willem van Weele,
Marinus Drywegen,
Martinus Oyee en
Pieter Joseph van
Campen.
Er is dit jaar nóg een
mutatie in het
Stadsbestuur: de sche
pen Bernard Schorer
promoveert tot
Rekenmeester van
Zeeland. In zijn plaats
kiest het Stadsbestuur
tot schepen Cornelis de Perponcher
Sedlnitsky, heer van Wolphaartsdijk.
Baljuw of ook wel genoemd 'de Heer
Officier' is Cornelis Eversdijk, een vurige
sympathisant van de Prins van Oranje. De
twee secretarissen van de stad zijn mr.
Pieter Lammens en mr. Johan Eversdijk.
Marinus Oyée fungeert als onderklerk van
de griffie. De leden van de magistraat en
de secretarissen ontvangen jaarlijks voor
'tabberlaken' een vergoeding van vier pond
Vlaams.
Afb. 1. Stadhuis Goes ca. 1696 uit
Kroniek van Smallegange
(Foto Gemeentearchief Goes).
15