Linden in de Zak (deel d J. de Ruiter DE GRENSLINDEN Het onderzoek Toen ik in april 1970 bij de pas gevormde gemeente Borsele1' ging werken in het nieuwe gemeentehuis net buiten het dorp Heinkenszand, viel het mij op dat er zoveel majestueuze oude lindebomen op de dijken stonden. Ze werden grenslinden genoemd. Mijn historische interesse was gewekt. Gewapend met fototoestel en topografische kaart heb ik in de Zak van Zuid-Beveland - ruwweg ook het grondgebied van de gemeente Borsele - de linden geinventariseerd en in beeld gebracht. Maar ook buiten dit gebied werden er nog een paar gelocaliseerd. Toen ze allemaal op kaart stonden, was er geen enkel patroon te ontdekken. Er waren meer vragen dan antwoorden. Wat waren het voor grenzen? Waren het de oude ambachtsheerlijke grenzen of de grenzen van de latere parochies en nog later de gemeente grenzen? Wie heeft ze geplant, waarom zijn ze geplant en wanneer zijn ze geplant? Het beste was ze dan maar in categorieën onder te brengen. 1. De bomen komen tegenwoordig alleen voor op Zuid-Beveland en dan nog ten westen van het kanaal door Zuid- Beveland. 2. Ze komen enkel voor in polders, die voor 1700 bedijkt zijn. Hoe ouder de polder, hoe ouder ook de bomen zijn. De oudste staan dan ook in de 'Brede Watering Bewesten Yerseke', bij Nisse aan de Grotedijk en bij Kapelle. De zee is mis schien wel de oorzaak, dat er in het ove rige Zeeland geen of weinig lindebomen voorkomen, want al deze gebieden heb ben na 1700 diverse malen onder water gestaan, wat niet gezegd kan worden van de gebieden waar deze bomen in grote getale voorkomen. 3. De meeste staan niet op een ambachts heerlijke grens. 4. Er is een zekere rangorde in het aantal te bespeuren, de meeste staan solitair, doch in de vroegere ambachtsheerlijkhe den van 's-Heer Arendskerke, 's-Gravenpolder en Baarland komen ze ook paarsgewijze voor. Er is slechts één geval bekend waarbij 4 bomen voorkwa men. Dit zijn de bekende 4 linden te 's-Gravenpolder. Daarna konden gemeenschappelijke facto ren tot een paar conclusies leiden: 1. bomen, die staan aan het begin, c.q. eindpunt van een nieuwe bedijking; 2. bomen, die staan bij de sporen van een dijkdoorbraak; 3. bomen, die staan op het punt, waar de weg uit een woonkern tegen een dijk loopt of deze dijk doorkruist; 4. bomen, die halverwege een dijk staan (meestal twee aan twee); 5. bomen, die alleen een ambachtsheerlijke grens aangeven. De bevindigen waren aanleiding tot een aantal artikelen in het voorlichtingsblad van de gemeente Borsele, het Zeeuws Tijdschrift en het jaarboek van de Heemkundige Kring De Bevelanden.2' De aanvankelijke gedaehtengang Aangezien sommige locaties wel in twee of drie groepen konden worden onderge bracht werd het raadsel alleen maar gro ter. Ik schreef in die tijd: 'Noch in de tallo ze processen over eigendomsrechten, noch in ambachtsherenrekeningen wordt gewag gemaakt van een lindeboom als afbakening'met de bedoeling om van archieven doorspittende historici of gene alogen reacties en/of nadere gegevens te verkrijgen. Een andere opmerking was bedoeld om een 'brede maatschappelijke discussie' over de werkelijke betekenis aan te zwengelen. Ik had toen voorzichtig en dan voorzichtig onderstreept en tussen aanhalingstekens, 2

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 1999 | | pagina 4